Babymoordzaak moet opnieuw

Johanna H. is tot twee keer toe vrijgesproken, omdat zowel de rechtbank als het gerechtshof de mogelijkheid openliet dat de baby's in 2002 en 2004 al voor de geboorte overleden waren. Daarom kon een strafbare poging tot doodslag van de moeder op haar kinderen niet worden bewezen, was het oordeel.

De Hoge Raad kwam gistermiddag tot een andere redenering.  Eenvoudig gezegd: het blijft onzeker of de baby's leefden bij de geboorte. Maar dit sluit niet uit dat Johanna H. met de gedragingen waarvoor ze wordt vervolgd, de baby's had willen doden: ze borg ze op, zonder verzorging.

Op de vliering van H's woning deed de politie in februari 2014 een gruwelijke vondst. In een beautycase liggen de botjes van een pasgeboren baby en een vergane handdoek. Een groot blik herbergt een dichtgeknoopte vuilniszak met daarin een babylijkje in verregaande staat van ontbinding.
,,Ik voelde me zo schuldig dat ik mijn plicht moest doen en naar de politie ben gestapt om mezelf aan te geven'', zei H. tegen de rechtbank Midden-Nederland.

Bij de politie doet ze in zeven verhoren hortend en stotend haar verhaal. Emotioneel en verward  vertelt ze dat ze haar twee baby's als een vod heeft weggedaan. Dat ze hun geen zorg heeft gegeven en in haar ogen dus heeft vermoord. ,,Ik heb ze laten versterven.''

Raadsel
Waarom H. deed wat ze deed, is altijd een raadsel gebleven. Ze is inmiddels moeder van een puberdochter, haar eerstgeborene, en was destijds ook al verward. Voor de bevalling besloot ze naar het ziekenhuis te gaan en stond haar kind ter adoptie af. Toen haar ouders daarachter kwamen, werd de adoptie in allerijl teruggedraaid.

Wanneer de zaak opnieuw wordt behandeld, is nog onduidelijk. De Hoge Raad wijst daarvoor een nieuw gerechtshof aan.