Van Witkuif tot Mustang

Wie vanaf de royale Amersfoortsestraat de lange steeg naar autogarage Van Beek indraait,  komt na 150 meter op een groot achterterrein aan de bosrand. Het dikke grind knerpt onder de banden en als de motor zwijgt, ziet de bestuurder zich omringd door een rode Mustang, een tachtigerjaren BMW 3-serie, Nissan Patrol sleepwagen, een Mini, Porsche en een zwarte Volvo.

Achter het brede raam monstert garagehouder Rob Steenman (60) de bezoeker én zijn vervoermiddel over de rand van zijn leesbril. Wie vervolgens het kantoor betreedt, kan een luide blaf verwachten van garageherder Bello, die zich schielijk terugtrekt na een kort bevel van mede-eigenaar Helma van Beek (57) vanaf haar vaste plek achter het bureau in de hoek.

Garage Van Beek. Een universeel autobedrijf zoals je die kent van vroeger en zoals velen hem nu ook nog graag zou zien. Geen anoniem glazen paleis aan de snelweg waar je je sleutels afgeeft om je auto achter de schermen te zien verdwijnen, maar een garage waar de werkplaats openstaat en waar de monteurs je kennen.

Bomen
Jos, Jeffrey of stagiair-monteur Giano lopen nog gewoon even met je mee om een blik onder de motorkap te werpen en boven de draaiende motor alvast wat te bomen over de aard van de storing. ,,De klant interviewen'', noemt Rob dat. Net zoals een bakje koffie en een korte babbel belangrijke informatie kan opleveren voor de diagnose.

,,De deur stond vroeger bij ons ook altijd open'', zegt Helma, die geboren en getogen is op deze plek. ,,We hadden thuis geen rooie cent, maar toch liep iedereen altijd even binnen. En als er eens een klant uit Apeldoorn was die een dag moest wachten op een onderdeel, dan bleef die gewoon bij ons slapen.''