5000 leerlingen buiten beeld bij scholen

De consequenties van het sluiten van de scholen doen zich voelen. Zo’n 5200 leerlingen in Nederland zijn onvindbaar. Bijna 20 procent van de scholen lukt het niet om contact te krijgen met gemiddeld vier leerlingen. Dit concludeert de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) na een landelijk onderzoek onder 968 school­leiders in het (speciaal) basis- en voortgezet onderwijs.

Bellen, mailen, appen, langsgaan of het bezorgen van brieven in het Nederlands, Turks of Arabisch – bij duizenden leerlingen werkt dat niet om in contact te blijven.

Dat kunnen kwetsbare kinderen zijn in on­veilige situaties. “Schoolleiders spelen normaal gesproken een belangrijke rol bij het signaleren en aanpakken van problematiek bij kinderen,” aldus AVS-voorzitter Petra van Haren. “Zeker in deze tijd waarin veel leerlingen thuiszitten, en bij gezinnen waarin het normaal al lastig is en de spanning nog verder oploopt.”

Herbert de Bruijne, voorzitter van de Federatie Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam, zegt dat in de stad tussen de 50 en 100 leerlingen volledig uit beeld zijn, op een totaal van 60.000. “Er wordt hard gewerkt om ze alsnog te bereiken. Deze week is met de gemeente afgesproken dat er ook een rol is voor leerplichtambtenaren.”

Onderwijswethouder Marjolein Moorman spreekt van ‘deurbezoeken in plaats van huis­bezoeken, zoals we het normaal noemen’. “Ze komen niet zozeer met een bonnenboekje in de hand, maar om een helpende hand te bieden. Het gaat eerder om leerrecht dan om leerplicht. En om te zien of er andere dingen aan de hand zijn.”

Volgens Moorman verkeren honderden ­Amsterdamse leerlingen in een onveilige thuissituatie. “Die proberen we overdag opvang op school of elders te bieden. Net als de kinderen van ouders met vitale beroepen.”

Er zijn ook ouders die simpelweg niet in staat zijn de omstandigheden te bieden waaronder thuisonderwijs mogelijk is. Moorman: “Er zijn dakloze gezinnen, vluchtelingen die de taal niet spreken en de middelen niet hebben.”

Naast de relatief kleine groep die geheel uit beeld is, is er een grotere groep scholieren met wie wel contact is, maar die niet goed meedoen met thuisonderwijs. “Die loggen niet altijd in of letten niet altijd op,” aldus De Bruijne.

“Ik hoor verhalen van docenten die nog meer dan anders hun best doen om leerlingen bij de les te houden,” zegt Moorman. “Die bellen bijvoorbeeld kinderen om te waarschuwen dat ze moeten inloggen.”

Eerder deze week stelde de PO-raad, voor primair onderwijs, dat zeker 7000 leerlingen buiten beeld zijn. “Ieder kind dat niet in beeld is, is er een te veel,” zei onderwijsminister Arie Slob vanmorgen. Hij maakt zich vooral zorgen over de eventuele onveilige thuissituatie van de onvindbare kinderen. “We moeten onverminderd doorgaan met proberen contact te zoeken en het vinden van kinderen met wie dat nog niet is gebeurd.”