Slob noemt besluit rechter over financiering Haga Lyceum ‘best redelijk’

Slob zei dit dinsdag in het Vragenuurtje tegenover Kamerleden die kritisch waren over de nederlaag die de minister heeft geleden bij de Raad van State. De hoogste bestuursrechter bepaalde afgelopen vrijdag dat de bekostiging van het islamitische lyceum in Nieuw-West voorlopig in stand moet blijven. 

Slob wilde de financiering met ingang van volgende maand volledig staken. Volgens de Raad van State is dat in strijd met de beleidsregels van het ministerie, waarin staat dat het dichtdraaien van de geldkraan alleen stapsgewijs kan.

Slob is het daarmee oneens. Volgens hem zijn de beleidsregels alleen bedoeld voor ‘kleinere zaken’ en gaat het bij het Haga Lyceum om ‘een zaak van enorme grootte’.

Toch kan hij met de uitkomst van de zaak bij de Raad van State leven, omdat deze alleen draaide om het al dan niet voorlopig in stand houden van de financiering. Op 9 december begint bij de rechtbank in Amsterdam een rechtszaak waarin een inhoudelijk oordeel zal worden geveld over Slobs besluit het schoolbestuur de wacht aan te zeggen.

“Dat de rechter nu even heeft toegestemd in een voorlopige voorziening is ook in tijd redelijk te overzien, omdat er heel snel een inhoudelijke beoordeling op tafel ligt,” aldus Slob. “Ik zal u heel eerlijk zeggen dat het toewijzen van voorlopige voorzieningen weleens vaker voorkomt. En omdat de inhoudelijke beoordeling er zo dicht op zit, vind ik het best wel redelijk van de rechter dat hij dat heeft gedaan.”

Kamerleden van VVD, D66, SP en PVV spraken zich uit voor snelle sluiting van de school. Ook vroegen ze zich af of het kabinet haast maakt met eerder aangekondigde wetswijzigingen die de onderwijsinspectie meer armslag moeten geven. Slob hoopt dat dit in de eerste helft van volgend jaar door de Kamer kan worden behandeld.