Spar City in Centrum hoeft deuren nog niet te sluiten

De slepende zaak draait allemaal om één vraag: zijn minisupermarkten volgens het bestemmingsplan voor het pand in de Nieuwe Doelenstraat, in het centrum, toegestaan?

De gemeente verleende Spar Holding BV vorig jaar een vergunning om een nieuwe vestiging te openen. Buurman Hotel de l’Europe was het hier niet mee eens en maakte bezwaar tegen de beslissing van de gemeente. Dat bezwaar werd ongegrond verklaard, waarop het vijfsterrenhotel naar de rechter stapte.

Het hotel meende dat minisupermarkten volgens het bestemmingsplan helemaal niet zijn toegestaan in het centrum en vreesde daarnaast ‘een negatief effect op het woon- en leefklimaat ter plaatse en dus op de uitstraling van het hotel’.

Een minisupermarkt wordt in het bestemmingsplan gekenmerkt als een ‘detailhandelvestiging waar voedingsmiddelen en huishoudelijke artikelen worden verkocht’, en dus niet alleen kant-en-klare to go-producten. Toch meenden de gemeente en Spar dat de nieuwe vestiging geen minisupermarkt was, maar juist een ‘to go-formule’ hanteerde. Het zou alleen producten verkopen die geen of slechts een beperkte bereidingstijd nodig hebben. En daarom zou het bedrijf wél zijn toegestaan.

De rechter ging hier niet in mee en wilde duidelijkheid over waarom Spar City niet zou kwalificeren als minisupermarkt. Hierop is de gemeente gaan kijken in de vestiging. “We vonden geen huishoudelijke artikelen in de winkel,” zei een woordvoerder van de gemeente toentertijd. De winkel mocht daarom toch openblijven.

De rechter meende vorige week dat het louter weglaten van een bepaald soort artikelen uit de Spar City niet betekent dat die winkel daarom geen minisupermarkt is. Omdat de gemeente ‘er blijk van heeft gegeven niet te willen handhaven’ bepaalde de rechtbank zelf dat het huidige gebruik van de Spar City als minisupermarkt moest worden gestaakt en dat de winkel binnen een week moest worden gesloten.

Met die uitspraak is de kwestie nog steeds niet afgerond: de eigenaar van de Spar City heeft hoger beroep aangetekend. In afwachting daarvan heeft de voorzieningenrechter in een spoedbesluit bepaald dat de winkel voorlopig open mag blijven.

Op 4 februari wordt het verzoek van de Spar-eigenaar inhoudelijk behandeld door de voorzieningenrechter. Dan wordt bepaald welke van de twee uitspraken blijft gelden tot het hoger beroep aanvangt.