Lot maatschappelijke stage onzeker door weifelende PvdA

Het kabinet kan 75 miljoen euro per jaar bezuinigen door de verplichte stage op te doeken, maar in de Eerste Kamer bestaan twijfels. Hoe kan een overheid een wet afschaffen die ze nog maar 3 jaar geleden met stoom en kokend water heeft ingevoerd? Wat is dan het rendement van de in totaal 468 miljoen euro die Nederland erin stak?

De PvdA-fractie in de Eerste Kamer heeft kritische vragen gesteld over het kabinetsplan om de stage af te schaffen. Of die naar tevredenheid zijn beantwoord is onduidelijk: PvdA-senatoren wilden dit weekend niet zeggen hoe ze vandaag het debat in gaan. Zonder steun van de regeringspartij heeft het kabinet geen meerderheid.

'Stage leidt tot vrijwilligerswerk'
Scholen, ouders en vrijwilligersorganisaties zijn volgens peilingen positief over de stage die pas sinds 2012 bestaat. Scholieren moeten door de wet 30 uur vrijwilligerswerk doen gedurende hun schoolloopbaan. Onderwijsinstellingen en gemeenten krijgen per jaar zo'n 75 miljoen euro om dit te organiseren. Dat bedrag wil het kabinet nu wegstrepen.

Volgens staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs zijn de investeringen geen weggegooid geld. Dankzij de bestaande infrastructuur kan de stage volgens hem blijven bestaan op vrijwillige basis.

Tweede Kamerlid Michel Rog van het CDA, ook tegenstander van het opheffen van de maatschappelijke stage, verwacht dat de helft van de scholen ermee stopt. 'Dit is het toppunt van inconsistentie. Scholieren blijken na hun stage vaak vrijwilligerswerk te blijven doen. Het kabinet heeft de mond vol van de participatiemaatschappij, maar gooit nu het kind met het badwater weg.'