'Voor het eerst ben ik bang voor een burgeroorlog'
Franse socioloog Laurent Chambon (43) woont al vijftien jaar in Nederland. Hij maakt zich grote zorgen om de toekomst van zijn land. ,,Voor het eerst ben ik bang voor een burgeroorlog.''
Peter GroenendijkLaatste update:18-07-16, 10:40
De illusie dat onze leiders de wereld beter snappen dan wij, ben ik kwijt
Laurent Chambon
,,Toen ik donderdagavond mijn vrienden in Nice belde, proefde ik nauwelijks emoties bij hen. Ze waren niet boos, of verdrietig - ze zeiden alleen maar: 'Ik leef nog'. Meer hadden ze niet te zeggen. De schok was te groot, denk ik. Ook bij mij.
Pas vrijdagochtend, toen ik de beelden zag, de ooggetuigen op de Franse tv, kwam het bij me binnen. Wéér een aanslag. Wéér Frankrijk.
Ik ben zo boos. Dat families worden afgeslacht, nota bene op de dag van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Maar meer nog dan dat, voel ik teleurstelling. Ik ben teleurgesteld in onze leiders, die opnieuw niet verder komen dan spierballentaal. Nog meer bommen op IS, zegt Hollande, en nog meer militairen op straat. Is dat echt het beste waar je nu mee kunt komen? Onze leiders hebben geen politiek antwoord op deze nachtmerrie die niet lijkt te eindigen. En dat vind ik doodeng. De illusie dat onze leiders de wereld beter snappen dan wij, meer weten dan wij en betere oplossingen kunnen bedenken dan wij, die ben ik kwijt. Het is als het moment waarop ik besefte dat mijn ouders ook maar gewone mensen waren, die helemaal niet alles weten en ook geen oplossingen hebben voor de complexe vragen in het leven.
Angstaanjagend En ik ben bang. Een vriend van me is rechter in Parijs, hij behandelt veel terreurzaken en hij vertelt me hoeveel aanslagen de laatste maanden mislukt zijn, of voorkomen. Die verhalen komen nauwelijks naar buiten, maar ze zijn angstaanjagend. Mijn vriend zegt: 'Er komt nog meer'. Er komen aanslagen met bommen. Dat zeggen we niet hardop, maar dat wéten we. Het wordt nog erger, en niemand heeft er een antwoord op. Calvar, het hoofd van onze belangrijkste veiligheidsdienst, waarschuwt nu voor een burgeroorlog. Ik weet niet hoe die eruit gaat zien, maar voor het eerst ben ik daar nu ook oprecht bang voor.
Dat het nu in Nice gebeurt, verrast me niet. Ik heb er ooit onderzoek gedaan naar de extreem-rechtse beweging, die daar heel sterk is. De spanningen tussen extreemrechts en moslims zijn er al jarenlang hoog. Nice is een façade: in het centrum is extreme luxe, waarbij Amsterdam nog armoedig afsteekt. Maar daarbuiten is het geen prettige stad. In de banlieues heerst grote armoede, totale uitzichtloosheid.
Het doet me denken aan mijn eigen jeugd, in een buitenwijk aan de rand van Parijs. In de verte zagen we de lichtjes van die prachtige binnenstad, die dure winkels en mooie auto's. Maar langzaam kwamen we erachter dat die wereld nooit de onze zou worden. Dat is geen enkel excuus voor welke misdaad ook, maar het kweekt frustratie. Ik had gelukkig een moeder die me zo streng achter de broek zat, dat ik eruit ben gekomen, maar veel klasgenootjes van toen zitten nu werkloos thuis of in de gevangenis. Het zijn plaatsen vol gebroken dromen.
Hoe ga je hiermee om? Hoe gaan we in Frankrijk leven met de gedachte dat er elke dag weer zo'n aanslag kan komen? Het komt inmiddels voor zo veel mensen dichtbij. Ook voor mij: mijn broer had vorig jaar een kaartje voor het concert in Le Bataclan, waar de terroristen die avond toesloegen. Pas een uur na de aanslag kregen we hem te pakken: hij was niet gegaan. En nu heb ik vrienden in Nice, die niet op de boulevard waren toen deze Mohamed toesloeg, maar er evengoed wel hadden kunnen lopen. Hoe leef je verder als die angst zo concreet is als nu in Frankrijk?
Accepteren Mijn Franse vrienden kijken nu naar Israël. Onze realiteit lijkt steeds meer op de situatie daar. Die mensen zijn zich er elke dag van bewust dat nieuwe aanslagen op komst zijn, dat hun familieleden gevaar lopen, dat ze zelf gevaar lopen. En ze weten ook dat er geen politieke oplossing is, net als bij ons. Zij hebben een manier gevonden om met die angst om te gaan, om die een plek te geven en te blijven genieten. Op een terras zitten en accepteren dat naast je militairen de boel bewaken, daar niet meer van schrikken. De angst onderdeel van je leven laten zijn, zonder dat het je geluk in de weg staat.
Dat moeten wij ook gaan doen. Op de eerstvolgende feestdag moeten wij nog harder feesten dan normaal. We moeten onze geliefden liefhebben, voor onze kinderen zorgen. En accepteren dat de veiligheid die er ooit was, verdwenen is. Iets anders kunnen we niet.''