107 Romeinse munten op het Berlicumse platteland: bij een archeologische vondst is er snel een hunkering naar meer

Langs een wandelpad wordt de voorbijganger middels een gloednieuw paneel, met als titel Veilig naar de overkant, geïnformeerd over de mogelijke historische achtergrond. Vermoedelijk lag de vindplaats in de Romeinse tijd bij een voorde oftewel een beekovergang...

Het was alsof ze de hoofdrol in een jongensboek voor zich hadden opgeëist. De broers Wim (63) en Nico (58) van Schaijk, afkomstig uit respectievelijk Loosbroek en Sint-Oedenrode, kunnen er niet over uitgepraat raken. „Het was februari 2017, er lag wat sneeuw. We waren met onze metaaldetectors de omgeving van het Aa-dal aan het inspecteren. Na twee uur speuren hadden we nog nergens dat verrukkelijke piepgeluid gehoord. Kom, we stoppen ermee, zeiden we tegen elkaar. Totdat ik opeens de eerste munt in het vizier kreeg. Toen vonden we er nog één, en nog één. Ja, daarna ging het helemaal los. De dag erna zijn we teruggekeerd”, brengt de jongste van de twee in herinnering. 

De teller stopte bij 107 Romeinse munten: vier zilveren denarii en 103 bronzen assen, dupondii en sestertii. Een gouden aureus (ter waarde van circa 1000 euro, red) zat er overigens niet bij.

_{Tekst gaat verder onder de foto}

Aanleiding genoeg voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om in 2018 te starten met een archeologisch onderzoek. „Hoewel sluitend bewijs ontbreekt, is het aannemelijk om te stellen dat de vindplaats bij een voorde was. Reizigers die een dergelijke beek kruisten, deden vooraf vaak een schietgebedje of een gelofte aan een godheid in ruil voor een veilige oversteek. Dat ging -bij Jupiter- gepaard met het offeren van een muntstuk. De oudste gevonden munt is geslagen rond 90 voor Christus. De jongste dateert uit de regeerperiode van keizer Marcus Aurelius (161-180 na Christus)”, verduidelijkt projectleider Tessa de Groot.

„Juist op deze plek lag indertijd een voorganger van de huidige Aa”, weet Ernest de Groot, lid van het dagelijkse bestuur van Waterschap Aa en Maas. „Opvallend is dat alle munten na de blootlegging een dikke ijzerkorst bezaten, het gevolg van een eeuwenlang verblijf in de vochtige bodem.”

Tijdens de onthulling van het informatiepaneel, onder meer in het bijzijn van wethouder Peter Raaijmakers, klinkt een diepe zucht. Die komt uit de keel van Wim van Schaijk. „Dit was een once-in-a-lifetime-experience. In één woord: prachtig. Aan de andere kant zou je ook kunnen zeggen: wat hebben we tot nu toe allemaal wel niet laten liggen?”