Hoe Den Haag uitgroeide tot hét centrum van duurzame bedrijven: ‘Kraamkamer voor start-ups’

Dat het goed gaat met deze nieuwe sector, blijkt uit het succes van Apollo 14 op het Haagse bedrijventerrein Binckhorst. Het bedrijfsverzamelgebouw, waar veel creatieve ondernemers de afgelopen jaren een betaalbare ruimte vonden, is al een tijdje vol en kent zelfs een wachtlijst. En omdat de vraag van ondernemers maar blijft groeien, komt er binnenkort een nieuw, groot bedrijfsverzamelgebouw bij: de Titaan. In dat pand is straks ruim 11.000 vierkante meter beschikbaar voor dit soort bedrijven. Ruimte die hard nodig is omdat er er nog maar weinig plekken zijn in Den Haag waar ondernemers plek hebben om een onderneming te starten. 

In dezelfde straat heeft Den Haag nog twee andere projecten gepland. De gemeente is er namelijk alles aan gelegen om veel van deze zogeheten impactbedrijven binnen te halen én behouden voor de stad. Het moet dé plek worden voor start-ups en bedrijven die zich richten op maatschappelijke en technologische innovaties met internationale impact. En dat lijkt aardig te lukken. De stad werd zelfs door de Europese Commissie genoemd als voorbeeld van hoe je als stedelijke regio deze nieuwe bedrijven optimaal kan faciliteren. 

Het succes heeft verschillende oorzaken, vertelt Hoofd Stedelijke Economie Erik van der Rijt. ,,Iedere stad begint nu met impactindustrie, maar wij waren de eerste. Wij besloten al vroeg om bijna al ons geld voor investeringen daar op in te zetten.’’ De stad investeert in mensen, plekken, experimenten en ideeën. Dat was ruim zes jaar geleden een gewaagde keus, maar blijkt achteraf heel slim te zijn geweest. Den Haag koos bewust voor deze sector omdat die het best past bij het dna van de stad. ,,Het beter maken van de wereld past echt bij de stad van internationaal recht en vrede. Zo hebben we dus een voorsprong op kunnen bouwen. We hebben nu het beste netwerk en de beste infrastructuur staan. Daarnaast winnen we van andere steden op het gebied van geloofwaardigheid en reputatie.’’