Zoon: ,,Weet je waar-ie echt niet tegen kan? Als ik zeg dat-ie slecht rijdt.’’

Vader ,,Schei uit, man!’’

Zoon: ,,Jawel! Ik ben tegenwoordig bang om bij ’m in te stappen! Ken je dat, dat je op de snelweg rijdt, dat je je ergert aan iemand voor je, je die persoon inhaalt en daarna denkt: oh, maar dat is maar een oudje! Nou, dat gevoel dus. Als ik tegenwoordig bij hem instap ben ik af en toe gewoon bang.’’

Vader: ,,Hij is gek! Hij is echt gek! Hij lult ook maar wat hè? Eén van de jongens in de band heeft twee kinderen. Die zegt steevast tegen me: rustig aan. En dat kan ik me goed voorstellen. Dus ik ga écht niet meer lopen blazen met zo’n bus helemaal vol met lui.’’

Zoon: ,,Je bent gewoon een angstige rijder geworden.’’

Vader: ,,Ach, ik ben helemaal niet angstig man! Hoepel toch op! Zeg, waar is de pisbak hier?’’