Een nieuw record: gemiddelde prijs van koophuis gaat door grens 3 ton

Op de woningmarkt gaat het ene na het andere record aan diggelen. De gemiddelde prijs van een bestaande koopwoning ging in januari door de symbolische grens van de 3 ton. Kopers betaalden in januari voor een koophuis gemiddeld bijna 9 procent meer dan in dezelfde periode een jaar geleden. 

Die prijsstijging is ietsjes groter dan in vergelijking met december 2018. Toen stegen de jaarprijzen met 8,4 procent. Sinds juni 2013, toen de woningmarkt een dieptepunt bereikte, zijn de prijzen in januari dit jaar met bijna 36 procent gestegen. Al die huizenprijsstijgingen lijken goed nieuws voor de verkopers, maar er is een duidelijke keerzijde. Het aantal transacties loopt hard terug, zo meldt het kadaster op basis van de cijfers van januari. In die maand werden 15.125 woningen verkocht, dat is bijna 6 procent minder dan een jaar eerder. 

Een belangrijke verklaring voor de terugval: voor een groeiende groep mensen is een woning niet meer te betalen. Adviesbureau Dynamis becijferde eerder dat voor iemand met een middeninkomen 9 op de 10 te koop staande huizen niet meer te financieren zijn. Die financieringsproblemen blijven niet zonder gevolgen: een groeiend aantal consumenten begint zijn vertrouwen te verliezen in de woningmarkt.

Zo signaleerden economen van de Rabobank en ABN Amro begin dit jaar dat het sentiment om een huis te kopen begint om te slaan. Zij houden er rekening mee dat het aantal woningtransacties dit jaar en volgend jaar flink zal afnemen. Tegelijkertijd gaan ze er wel vanuit dat de huizenprijzen dit jaar en volgend jaar verder zullen oplopen, weliswaar minder hard dan de afgelopen jaren. 

Overigens heeft de nieuwbouw ook een record te pakken. Begin deze maand bleek uit de Monitor Koopwoningmarkt van TU Delft dat ook de prijs van een gemiddeld nieuwbouwhuis hard oploopt. Een koper legt daar nu al gemiddeld 386.400 euro voor neer. Dat is 22,5 procent méér dan dat een koper er in het derde kwartaal van 2017 voor zou neertellen.