Burgemeester Enschede zet horeca onder druk om Satudarah te weren

Dat blijkt uit onderzoek van de Twentsche Courant Tubantia. In een zogenaamd ordegesprek houdt burgemeester Onno van Veldhuizen de horeca-ondernemer voor: "Ik kan gewoon organiseren dat we naar binnen gaan en dan bent u alles kwijt. Stop met die Satudarah-mensen." Een opname van het ordegesprek is in bezit van deze krant.

De gezaghebbende Groningse hoogleraar Jan Brouwer, specialist in vraagstukken over openbare orde en veiligheid, vindt dat de burgemeester 'op het randje van het toelaatbare' werkt. "Het is heel vilein. De burgemeester doet alsof hij begaan is met deze man, maar hij wordt zwaar onder druk gezet. Het liegt er niet om." Hij betwijfelt of het doel de middelen heiligt.

Van Veldhuizen schrikt er niet voor terug om horecabazen die de omstreden motorclub Satudarah ontvangen aan de tap in stevige taal toe te spreken. Hij waarschuwt voor mogelijke gevolgen en zegt: "Ik hoop dat u ’t waardeert, want ik hoef dit niet te doen."

Het ordegesprek houdt het midden tussen een 'vaderlijk gesprek' en een dwingende opdracht Satudarah te weren. Mocht de ondernemer bang zijn, dan wordt hulp aangeboden: 'dan gaan wij een manier vinden om met u wel te durven'.

De kroegbaas werd op het stadhuis ontboden. Als hij Satudarah niet zou weren, kon hij een politie-inval verwachten. Met het risico – als er wapens of drugs worden gevonden – dat de burgemeester de kroeg maandenlang op slot doet en de exploitant zijn horecavergunning verliest.

In heel het land proberen burgemeesters de motorclubs te weren uit de horeca. Omdat het strafrecht vaak niet effectief blijkt, worden burgemeesters steeds meer crimefighter. Zij kunnen via het bestuursrecht panden sluiten en evenementen van motorclubs verbieden.

Van Veldhuizen heeft over zijn handelen geen enkele aarzeling. "Ik heb nul gewetensnood." Volgens hem ligt er geen plan klaar om binnen te vallen. Hij ziet evenmin de intimidatie. "Ik roep niet tot de orde, ik wil helpen. Ik kies voor de zwakkere. Maar ik benoem het zoals het is. We moeten niet naïef zijn over een Outlaw Motorcycle Gang." Uit onderzoek blijkt dat 80 procent van deze clubleden een veroordeling heeft.

De exploitant ervaart de toon als 'dreigtaal'. "Je wordt op het matje geroepen. Ineens krijg je de boodschap dat ze jouw zaak op de korrel hebben. Hoe de burgemeester het deed was overdreven, als een cowboy. De gemeente bracht het als ‘bescherming’ voor mij. Maar het was gewoon hun eigen belang. Ik denk: als je de motorclubs onder controle wil houden in de stad, waarom sluit je dan hun clubhuizen? Nu verspreiden ze zich."

De journalisten Lucien Baard en Pim Lindeman hebben de afgelopen maanden intensief de jacht gevolgd van de overheid op motorclub Satudarah. Het doel was te onderzoeken welke middelen worden ingezet om de zogenaamde outlaw motorcycle gangs het bestaan onmogelijk te maken. Is dreigen toegestaan? En waar ligt dan de grens voor justitie en burgemeester? De verslaggevers deden op diverse plaatsen in de regio onderzoek en raadpleegden vele bronnen. Hun bevindingen worden de komende vier dagen afgedrukt in een serie verhalen onder de titel 'Hard tegen Hard'.

Vrijdag leest u in Tubantia over de overheid die alles uit de kast haalt om te voorkomen dat omstreden motorbendes voet aan de grond krijgen.