Enschede leeft VN-richtlijn niet na: te weinig aandacht voor mensen met beperking

Het streven naar een inclusieve Enschedese samenleving is qua beleid niet in het bijzonder gericht op stadgenoten met een handicap, maar veel meer op inwoners in het algemeen. De gemeente leeft daarmee een in juli gesloten verdrag van de Verenigde Naties (VN) nog niet na. 

Dat constateert de Enschedese rekenkamer na een scan van het gemeentelijk beleid. De rekenkamer, een onafhankelijke instelling die de doelmatigheid van het lokaal bestuur controleert, stelt dat Enschede wel aandacht heeft voor inwoners met een beperking en regelmatig overleg voert met deze mensen, maar dat het gehandicaptenbeleid niet formeel is verankerd.      

Het zogeheten ‘VN–verdrag inzake de rechten van personen met een een handicap’ heeft als doel de positie van mensen met een beperking te versterken. Dan kan het gaan om werk, onderwijs, openbaar vervoer, cultuur, sport en vrijetijdsbesteding. 

Gemeenten zijn verplicht om aan te geven hoe ze binnen het sociaal domein uitvoering geven aan het verdrag. Maar Enschede voldoet daar dus nog niet aan. Zo schiet de specifieke aandacht voor vrouwen en kinderen met een beperking tekort.

De rekenkamer adviseert om in Enschede weer een adviesraad van inwoners met een beperking in te stellen waarin vrouwen en kinderen ook zijn vertegenwoordigd. Nu maken mensen met een beperking nog deel uit van de Wmo-raad.