OvJ houdt Enschedees duo verantwoordelijk voor de dood van Maykel (15) en eist taakstraf

Aan het eind van een lange en emotionele zitting concludeerde Nettenbreijers dat er sprake was van dood door schuld. Beiden zouden de nabestaanden zo’n 6500 euro schadevergoeding moeten betalen.

Een week voordat hij omkwam vertelde de 15-jarige nog tegen zijn moeder dat, mocht hij ooit overlijden, het nummer “Engeltje” van Jebroer en DJ Paul Elstak absoluut op zijn begrafenis gedraaid moest worden. De jongen kon op dat moment niet bevroeden dat de zin “vechten voor m’n leven want de dood is om de hoek” uit zou komen. Maykel was alom geliefd vertelde zijn moeder als ze haar verhaal mag doen voor een volle rechtszaal, zeker 1500 mensen kwamen condoleren. De jongen was een goede voetballer maar wilde het liefst onderwaterlasser worden.

Dat lassen leerde de 15-jarige bij Werf053, de scheepshelling aan de Binnenhaven. Zijn school stuurde al jaren zonder enig probleem groepjes leerlingen naar deze plek. Dat ging op basis van goed vertrouwen, want van een schriftelijke overeenkomst was geen sprake. De jongens en meisjes van de school kwamen er al toen Attendis de ‘Helling’ uitbaatte en het de aanlegplek was van zeilschip De Tukker. En dat blijft zo als de zorginstelling van S. in januari 2017 samen met de gemeentelijke instelling voor mensen met een arbeidsachterstand Surplus de huur overnemen. Bij de overname komt ook het 7 meter lange motorschip MOht mee, de boot waar op 17 juni schoonmaakwerkzaamheden mee worden verricht in de haven.

Waarom Maykel tussen schip en steiger terecht kwam is niet helemaal duidelijk. Volgens Q., die vanuit Surplus die dag voor het eerst achter het roer van de MOht stond, was het de bedoeling om rotzooi weg te halen bij de steiger. Hij stuurde de MOht, met de 15-jarige op de voorplecht, voorzichtig naar de steiger. Daar gaat het mis, een hekgolf duwt de boeg kort onder de steiger en de leerling valt in het water. Als hij uit het water gehaald klaagt de jongen over pijn in de borst is haast hij zich naar de werf waar S. een ambulance belt en eerste hulp geeft. In het ziekenhuis wordt duidelijk dat er sprake is van een gescheurde lever en het bloedverlies groot is. Vier spoedoperaties kunnen Maykel niet redden.

Officier van justitie Nettenbreijers verweet Q. onder andere dat hij, als onervaren schipper, niet ingreep toen de leerling met zijn benen over de rand ging zitten. En dat hij het schip niet zo in de hand had dat een ongeluk voorkomen kon worden. S. wordt verweten dat hij, als verantwoordelijke ter plaatse die dag, niet alleen de opdracht gaf tot het ruimen van afval, maar ook verzuimde om veiligheidsmaatregelen te nemen en een goede instructie te geven. Tijdens de zitting werd duidelijk dat het lastig is om aan te geven wie er nou verantwoordelijk was voor de leerlingen. De leidinggevende van Surplus was op vakantie en de gemeente en S. zouden overleg gehad hebben waarin zijn taken onderling waren verdeeld. De technisch-assistent van het Bonhoeffer begeleide leerlingen bij het lassen op het moment van het incident. Hij was ook een tijd verdachte in deze zaak, maar zijn zaak werd geseponeerd.

Advocaat Janbart Kalk, die Q. bijstond, pleitte voor vrijspraak. Zijn cliënt voelt zich wel moreel verantwoordelijk, maar heeft geen schuld aan het noodlottige ongeval. Ook advocate Tess Oude Veldhuis vroeg de rechters om vrijspraak. Volgens haar was het Bonhoeffer Collega verantwoordelijk voor het toezicht bij de werkzaamheden die de leerlingen uitvoerden.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.