Gouda kreeg standje over woonwagens en neemt maatregelen, maar woonwagenbewoners nog niet tevreden

De wet schrijft voor dat een gemeente moet zorgen voor een goede verdeling van woonruimte: zowel voor bewoners van sociale huurwoningen als voor woonwagenbewoners. Zij moeten gelijk worden behandeld. 

Dat gebeurde niet. Een Goudse stapte naar het College voor de Rechten van de Mens (CvdRM) en kreeg gelijk. Ze gaf aan dat de gemeente haar discrimineert, omdat die haar geen reëel zicht biedt op een woonwagenstandplaats. 

Gouda hield niet bij in hoeverre woonwagenbewoners bij het vinden van een woonwagen achtergesteld raken bij woningzoekenden in de sociale huursector. De gemeente had een belangstellendenlijst, maar die ‘is geheel vrijblijvend’, volgens het CvdRM. En is niet helemaal duidelijk over het aantal mensen dat belangstelling heeft voor een standplaats en wat de wachttijd is. Daarom komt er nu een verplichte inschrijving voor een standplaatszoekende. 

Die verplichting is echter een wassen neus, vindt Nissy Gerlag, voorzitter van de eerste huurdersvereniging voor woonwagenbewoners. ,,Bewoners van de Goudkade hebben te allen tijde voorrang, omdat dat kamp eigenlijk illegaal is. En er wordt door de gemeente niets aangelegd. Bij ons op de de Eerste Moordrechtse Tiendeweg zouden koopstandplaatsen worden gerealiseerd. Maar heden ten dage? Niets.” 

Gouda wil zorgen voor tien standplaatsen in Westergouwe. ,,Dat gaat zo lang duren en er willen er minstens 25 heen. Er zijn er sowieso zestien nodig, maar eigenlijk twee keer zestien. Een nichtje van 24 jaar, met twee kinderen, woont bij haar moeder in. Haar leven staat op de rem, op de andere locaties is het verhaal hetzelfde. Een neefje heeft het schuurtje opgeruimd en woont daarin, om toch een beetje privacy te hebben. Het probleem speelt al vijftig jaar, wij zijn als laatsten aan de beurt.”