Een kijkje in de keuken waar deze koks iedere dag 1000 maaltijden voor de Voedselbanken Groningen maken

Dat schrijft Dagblad van het Noorden. De muziek schalt harder door de gangen van ‘t Feithhuis in Groningen dan gebruikelijk is voor een restaurant. Het is dan ook, zoals alle restaurants, niet open voor publiek. Er wordt wel gekookt. In de keuken zijn de vaste medewerkers druk in de weer met het vullen van honderden plastic bakjes. En met afwassen. En met het inladen van de grote koelwagen die voor de voordeur staat.

Alles keurig op anderhalve meter afstand van elkaar, dat ook. „Je went eraan”, zegt souschef Jan Benning (34). In het lege restaurant staat een papiertje tegen een joekel van een spiegel. „We hebben samen wat gedragsregels opgesteld om te zorgen dat we dit verantwoord kunnen blijven doen”, legt eigenaar Kim Leij (40) uit. De medewerkers die werken zijn bijvoorbeeld verdeeld in twee teams van 6 (en een backup-team van 2), om besmetting te voorkomen.

Het hoge woord was er amper uit (de horeca is sinds zondag 15 april tijdelijk dicht vanwege de corona-uitbraak in Nederland) of de berichten stroomden al binnen in de WhatsApp-groep van het personeel van ‘t Feithhuis: Als we geen restaurant meer zijn, wat kunnen we dan nog wel doen? „De zaterdag ervoor hoorden we al dat de voedselbanken in zwaar weer zaten. Mijn compagnon Keimpe en ik begonnen na te denken over of we iets konden doen. Toen zondag bleek dat het restaurant dicht moest, waren alle medewerkers mij voor toen ze zeiden: we willen iets doen om anderen te helpen”, vertelt Kim.

De volgende dag ging de keuken weer open om met het vaste personeel zo veel mogelijk maaltijden te koken voor de voedselbanken. Het begon met zo’n 700 per dag, maar inmiddels komen er iedere dag (behalve in het weekend) 1000 tot 1500 maaltijden uit het restaurant. Kim: „Het zijn even andere hoeveelheden, maar dankzij wat hulp van lokale ondernemers hebben we een aardige productielijn opgezet. Spijkerman evenementen sponsort een warmhoudoven, Bitfood een koelwagen en het Vleesgilde uit Assen levert veel producten.”

Het koken voor de voedselbanken is volgens Benning niet te vergelijken met een restaurantavond. ,,Het draait om hele andere dingen: creatief zijn met de producten die je krijgt en zorgen dat het invriesbaar is, bijvoorbeeld.” Maakt dat het koken minder leuk? „Zeker niet. Het is een nieuwe uitdaging om dit zo goed mogelijk te doen. Bovendien is het fijn dat we zo toch voor anderen kunnen koken.”

Het doel was in eerste instantie 32.000 maaltijden te bereiden, maar zolang het kan gaat ‘t Feithhuis door met de actie. Ze willen zorgen dat er extra voorraad is, voor het geval er toch een lockdown komt of omdat meer mensen de hulp van de voedselbanken nodig zullen hebben. Kim: „We krijgen aan alle kanten steun en positieve reacties, dat is heel mooi.”

Alleen de ingrediënten worden vergoed, de rest is voor rekening van ‘t Feithhuis. Binnen vier dagen had de Voedselbank 80.000 euro bij elkaar gecrowdfund. Maar als dat niet gelukt was, was er vast een andere oplossing gevonden, zegt Kim. Het restaurant schoot de kosten van de ingrediënten toch al voor toen ze niet wisten of het geld wel bijeen zou komen. „In tijden als deze kan je als bedrijf laten zien waar je voor staat. Wij zijn dankbaar dat we dit kunnen doen.” Hij geeft drie reden voor de actie. „Eén: mensen in nood helpen. Twee: onze leveranciers in stand houden, want wij werken met producten uit de regio en hebben daarom veel en nauw contact met hen. Drie: ons personeel, wat anders thuis was komen te zitten, wilde dit ook.”

Het helpen van anderen is ook de belangrijkste drijfveer voor assistent-bedrijfsleider Susanne Bottema (28). „Ik wilde al snel iets doen. Helpen met boodschappen doen ofzo. Maar nu kan ik iets doen met het werk wat ik heel leuk vind.”

Hoewel ze normaal gesproken niet in de keuken staat en het sociale contact wel wat mist, zijn er ook voordelen. „We gaan normaal gesproken om half 11 ‘s ochtends open en half 11 ‘s avonds dicht, tussendoor hebben we dan nauwelijks tijd. Nu kunnen we gewoon om 1 uur samen lunchen, dat gebeurt nooit”, lacht Kim. „En we hebben weekend”, voegt Bottema toe.