Gevangenen in isoleercel na opstand in PI Ter Apel

De gedetineerden hadden zich verschanst in de afdelingskeuken en weigerden terug te keren naar hun cel. ‘Ze wilden een gesprek met iemand van de directie’, meldt gevangenisdirecteur Laurens Huizenga. ‘Het is een eis waar we niet op zijn ingegaan’. Om de actie te beëindigen werd het Intern Bijstandsteam en de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid ingezet, een soort ME voor gevangenissen. Dat ging ‘zonder al te veel problemen’.  

Huizenga stelt dat het ‘hek van de dam’ is als de gevangenis gehoor geeft aan de eisen van de in opstand gekomen gedetineerden. ‘Dat willen we natuurlijk niet. We staan altijd open voor een gesprek, maar niet op deze manier’. 

De protesterende gedetineerden moeten nu voor maximaal veertien dagen in een isoleercel. Een deel van hen is overgeplaatst naar de PI in Veenhuizen. 

De opstand door een deel van de in totaal ruim 450 gevangen, ontstond door onvrede over een nieuwe wet die waarschijnlijk later dit jaar wordt ingevoerd. De nieuwe wet schrijft voor dat gedetineerden die zelf niet actief meewerken aan hun terugkeer, alleen recht hebben op de basisvoorzieningen in de gevangenis en niet in aanmerking komen voor extra activiteiten. Ook is een deel van de gevangenen het niet eens met de nieuwe coronamaatregelen in de gevangenis. 

In PI Ter Apel verblijven personen die een misdrijf hebben gepleegd en die illegaal in Nederland verblijven, of na hun misdrijf hier ongewenst zijn. Tijdens hun detentie worden de vreemdelingen voorbereid op een terugkeer naar hun land van herkomst. De bedoeling van de wet is dat mensen eerder meewerken aan een terugkeer.

Volgens de gevangenisdirecteur is er veel gedaan om de gedetineerden zo goed mogelijk te informeren: ‘Zo zijn er bijvoorbeeld informatiebladen verspreid in verschillende talen en hebben we regelmatig overlegd met de gedetineerdencommissie, een vertegenwoordiging van gevangenen. Het nieuws was dus al langer bekend’, aldus Huizenga.