Frits Spits schenkt Godfried Bomans-kussen aan genootschap

In De Taalstaat vraagt Spits elke week gasten om te kiezen voor een van de drie kussens met afbeeldingen van schrijvers waarop zij het liefste hun hoofd te ruste zouden willen leggen. De opdrukken op de kussen van 2021 waren van Bomans, Hendrik Marsman en Carry van Bruggen. De meeste gasten kozen het afgelopen jaar voor het kussen van Bomans. De kussens van 2022 bevatten de gezichten van Marten Toonder, Renate Rubinstein en Rutger Kopland.

Bomans (1913-1971) geldt als een van de grootste Nederlandse schrijvers van de twintigste eeuw, al kreeg zijn werk toen hij leefde relatief weinig erkenning. De auteur steeg wel naar grote hoogten door zijn optredens op televisie in de jaren zestig en gold als een mediapersoonlijkheid, toen een nieuw fenomeen. Beroemd is zijn verzuchting over filmster Marlene Dietrich: “Had mijn vrouw maar één zo’n been.”

De Haagse auteur heeft meer dan zestig boeken en geschriften nagelaten. Het grote publiek leerde hem vooral kennen dankzij Erik of het klein insectenboek, dat later ook werd verfilmd. Sporadisch wordt er oud werk van de auteur teruggevonden.

In 2003 werd een libretto herontdekt dat Bomans schreef voor de opera Bill Clifford, over een hertogin in de denkbeeldige Twentse stad Enschelo. Tien jaar terug werd er een planetoïde naar de Haagse scribent vernoemd, de 23404 Bomans op ruim 300 kilometer van de zon. Binnenkort wordt, vanwege de vijftigste sterfdag van de auteur afgelopen december, het verloren gewaande sprookje De gierige koning opnieuw uitgebracht.