Bakkerij moet boete van kwart miljoen betalen

Dam verkocht sinds 2014 taarten aan Taartenwinkel, dat het gebak op zijn beurt verkocht aan online bestellers. Contractueel werd vastgelegd dat de bakker niet mocht leveren aan andere bedrijven die ook via internet taarten verkopen.

Volgens de webshop deed de groothandel in banketbakkersproducten dat toch. Het conflict mondde uit in een rechtszaak, waarin Taartenwinkel een boete van een miljoen euro eiste.

De eigenaar van de bakkerij beweerde bij de civiele rechter dat niet hij, maar zijn broer 1400 taarten aan een concurrent heeft geleverd. Zelf had hij opdrachten van zulke bedrijven afgeslagen vanwege het concurrentiebeding. De rechter vond dat echter geen excuus. Op de site van het bedrijf van de broer worden bestellers rechtstreeks doorgeleid naar Bakkerij Dam. Omdat die zowel in de familiesfeer als zakelijk nauw aan de Nieuw-Beijerlandse bakkerij is verbonden, concludeerde de rechter dat dat bedrijf er 'slechts voor de vorm' is tussengeschoven.

De gedaagde bakkerij verzocht de rechter de boete te verlagen, want een miljoen euro zou zijn bedrijf aan de rand van de afgrond brengen. Taartenwinkel voelde daar niet voor en vond dat het al behoorlijk coulant was. Het bedrijf had namelijk ook nog een boete kunnen eisen voor elke dag dat de overtredingen hebben voortgeduurd.

De rechter was wel gevoelig voor het verzoek tot mindering. Volgens hem was de gevraagde boete buitensporig hoog. Hij verlaagde het bedrag daarom tot 250.000 euro.

Bakkerij Dam overweegt in beroep te gaan tegen de uitspraak.

Elke ochtend up-to-date met het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard en omstreken? Schrijf je hier gratis in!