Tbs dreigt voor poging doodslag medepatiënt in Lelystad

Dat gebeurde op 20 juni vorig jaar in de GGZ-instelling. W. zou de kamer van zijn slachtoffer binnen zijn gegaan met een zelfgebrouwd drankje en zei: ‘Als je dit nu niet opdrinkt, vermoord ik je.’ Vervolgens stak hij de man in het hoofd met een mes en kneep hij zijn keel dicht.

Vrijdag mocht de Rotterdammer zijn verhaal vertellen aan de rechtbank in Lelystad. Volgens hem was er sprake van zelfverdediging, omdat juist hij werd aangevallen. ‘Ik ging zijn kamer binnen om te vragen of hij mijn sleutels had, maar hij werd meteen agressief.’

Volgens W. ontstond er een vechtpartij en kon hij de medepatiënt in bedwang houden door een nekklem te gebruiken. ‘Ik heb niks verkeerd gedaan’, hield hij vol.

Maar daar was de officier van justitie het niet mee eens. Volgens haar is er sprake van poging tot doodslag en is de psychiatrisch patiënt verminderd toerekeningsvatbaar. Ondanks het feit dat hij in deze zaak niet wilde meewerken met onderzoeken in het Pieter Baan Centrum, liggen er wel eerdere rapporten op tafel die zijn zorgelijke geestestoestand beamen.

Een paar maanden voor dit incident werd W. nog volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard in een andere zaak. Hij werd toen overigens vrijgesproken.

In het rapport van april 2017 komt naar voren dat W. leidt aan schizofrenie van het paranoïde soort. Opname in een psychiatrisch ziekenhuis is noodzakelijk. ‘Hij heeft een ziekelijke stoornis en daar zal hij zijn hele leven lang last van hebben’, legde de officier uit.

Volgens haar moet de samenleving worden beschermd tegen W. en is daarom de tbs met dwangverpleging niet meer dan logisch. Daarnaast eiste ze een gevangenisstraf van vier jaar.

Voor W. een bittere pil. De Rotterdammer wilde niet meewerken met onderzoek in het PBC juist om tbs te voorkomen. ‘Ik vind dit onterecht. Ik heb goede medicatie en het gaat goed met me’, liet hij de rechtbank weten.

Uitspraak over twee weken.