Financiële compensatie voor Cambuur en De Graafschap? Dit zijn de vraagstukken

Door Sander de Vries

Financiële schade
Hoe groot is de financiële schade van Cambuur en De Graafschap door het KNVB-besluit? Dat is een rekbaar begrip. Zeker is dat Cambuur en – in iets mindere mate De Graafschap – tijdens het seizoen voorsorteerden op de eredivisie. Logisch, gezien de riante voorsprong van elf punten die de club uit Leeuwarden had op een FC Volendam, de nummer drie van de Keuken Kampioen Divisie.

Zo werd in de winterstop verder geïnvesteerd in de selectie en werden in het voorjaar de contracten van sterkhouders Mees Hoedemakers en Issa Kallon opengebroken en verlengd. Beiden konden een behoorlijke salarisverhoging tegemoetzien. Groot is bovendien de schade aan de commerciële kant: zo zijn er sponsorpakketten verkocht met voetballen op het hoogste niveau in het vooruitzicht.

Het mislopen van de eredivisie levert Cambuur een financiële strop van zo’n 1,5 miljoen euro op, berekende de clubleiding. Dit bedrag staat los van de misgelopen inkomsten die promotie met zich meebrengen, zoals een forse verhoging van de televisiegelden, volle tribunes en het vergroten van de transferwaarde van spelers.

De Graafschap heeft weliswaar geen contracten opgewaardeerd met het oog op de eredivisie. De Doetinchemmers hebben evenwel hun eigen problemen. Zo zouden de verbintenissen van Javier Vet en Gregor Breinburg bij promotie automatisch met respectievelijk twee en één jaar worden verlengd. Beide spelers zijn nu opeens transfervrij, aangezien De Graafschap nog een jaar in de Keuken Kampioen Divisie speelt. Concreet zorgt dat laatste ervoor dat het spelersbudget van de Superboeren met een miljoen wordt verminderd, vergeleken met eredivisievoetbal.

Cruciaal is vandaag dan ook de vraag: in hoeverre wil de KNVB tegemoetkomen aan de financiële schade die Cambuur en De Graafschap hebben berekend?

Eric Gudde zei op 24 april, de dag van de beruchte videocall waarop de beslissingen werden genomen, dat de gedupeerde clubs financieel gecompenseerd moeten worden. De KNVB-directeur herhaalde dat later, zowel tijdens een eerste gesprek met Cambuur en De Graafschap op 28 april, als pal na de uitspraak van de rechter in Utrecht op 14 mei.

De KNVB-directeur stelt zich op voorhand dus bereidwillig op. Grote vraag is vooralsnog wie voor de kosten opdraait. De KNVB zelf? Wijst de voetbalbond naar het solidariteitsfonds, waaruit clubs met Europese tickets de rest moeten compenseren? Of moeten de gelden bij de overheid, die eind vorige maand om hulp werd gevraagd, vandaan komen?

Het is slechts één vraagstuk uit een inmiddels vuistdik dossier waar de KNVB mee worstelt. Zonder twijfel zijn Cambuur en De Graafschap de grootste verliezers van het KNVB-besluit, samen met eredivisionist FC Utrecht. Financiële compensatie is gepast. Het lijkt echter uitgesloten dat de voetbalbond Cambuur en De Graafschap achteloos een grote zak geld toeschuift, om de twee clubs volledig schadeloos te stellen.

Onherroepelijk doemen dan andere problemen op, met bijvoorbeeld steigerende Keuken Kampioen Divisieclubs, wijzend op de grote begrotingsverschillen tussen de clubs en Leeuwarden en Doetinchem en de rest. En in het verlengde daarvan: (veel) sterkere selecties.

Gevolg van de coronacrisis is immers dat veel clubs uit de Keuken Kampioen Divisie met kleine selecties vol amateurcontracten moeten werken, mits ze straks überhaupt nog bestaan.

Zo beschouwd was de uitspraak van rechter Zuurmond, zo’n 2,5 week geleden, allesbehalve het einde van deze zaak. Het was slechts een nieuw begin.