Hoogleraar Olfers: ‘KNVB heeft het zich moeilijk gemaakt’

Met het besluit om geen voetbalclubs te laten promoveren en degraderen heeft het KNVB-bestuur het zichzelf moeilijk gemaakt. Clubs zijn namelijk wel geraadpleegd, maar de voetbalbond heeft hun advies naast zich neergelegd, zo is de uitleg van Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht.

Daan Hakkenberg 25-04-20, 16:45

Door Daan Hakkenberg

Marjan Olfers breekt abrupt het telefoongesprek af. Zometeen zal ze terugbellen, verzekert ze. Maar nu, op de ochtend nadat de Nederlandse voetbalcompetitie van seizoen 2019-2020 is beslist, duikt ze eerst opnieuw in de statuten en reglementen van de KNVB. Nog geen kwartier later hangt Olfers weer aan de lijn en kan niet anders concluderen dat de KNVB het zichzelf moeilijk heeft gemaakt door de voetbalclubs te raadplegen voor het besluit.

Olfers, hoogleraar sport en recht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, doelt op het belang van de rondgang van de KNVB langs de 34 voetbalclubs voorafgaand aan het besluit. En in het bijzonder op de stemverhoudingen zoals die naar voren zijn gekomen. Van alle voetbalclubs stemden 16 voor promotie en degradatie, daar tegenover stonden 9 tegenstemmers en 9 clubs onthielden zich van stemmen of stemden blanco. Volgens Olfers was het niet raar geweest als er naar de 16 clubs was geluisterd. Daarbij had de KNVB de clubs beter uit moeten leggen dat van directe invloed op het besluit geen sprake was.