Kippen die niet genoeg eieren meer leggen, komen volgens de Dierenbescherming vaak op een ellendige manier aan hun einde. Miljoenen uitgelegde hennen gaan naar slachthuizen in Polen. De overheid tolereert dat dieren met botbreuken worden vervoerd of zelfs dood aankomen.
Door: Annemieke van DongenLaatste update:09-05-16, 21:40
Wij zorgen tijdens hun leven goed voor onze kippen. Ook hun laatste reis moet zorgvuldig verlopen
Hennie de Haan
Dat geldt zelfs voor de kippen die onder het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming worden gehouden. ,,Leghennen leven steeds diervriendelijker, maar nadat ze zijn afgedankt worden ze als oud vuil behandeld. De ruwe manier waarop ze worden gevangen en naar slachthuizen getransporteerd zijn totaal onaanvaardbaar. Wij zijn daar erg van geschrokken,'' zegt Frank Dales van de Dierenbescherming.
Bij het vangen van de uitgelegde hennen gaat veel fout, blijkt uit inspecties in opdracht van de Dierenbescherming. De dieren worden bij de poten gepakt en met tien tot vijftien soortgenoten in een krat gepropt. Daarbij lopen ze regelmatig breuken en verwondingen op of komen ze klem te zitten. Doordat de dieren dicht op elkaar zitten in een krat, kunnen ze volgens de Dierenbescherming tijdens de lange ritten naar Polen niet drinken.
Slachthuizen De Dierenbescherming stelt dat op jaarbasis meer dan 100.000 kippen dood bij het slachthuis aankomen, en een veelvoud gewond. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit kan dat bevestigen noch ontkennen; haar toezicht houdt op bij de grens. Vorig jaar gingen volgens de NVWA 5,5 miljoen Nederlandse kippen naar slachthuizen in Polen.
Daarnaast eindigden zo'n 2,5 miljoen kippen in andere slachthuizen op meer dan vier uur afstand, onder meer in Frankrijk en Duitsland. Pas als meer dan 1 procent van de kippen tijdens een transport overleden blijkt, krijgt de vervoerder een waarschuwing of boete. Van de 132 inspecties die afgelopen jaar zijn uitgevoerd bij pluimveetransporten in Nederland, voldeed 16 procent niet aan de regels.
Pluimveehouders reageren geschrokken op de conclusies van de Dierenbescherming. ,,Wij zorgen tijdens hun leven goed voor onze kippen. Ook hun laatste reis moet zorgvuldig verlopen,'' zegt voorzitter Hennie de Haan van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. ,,Transporten naar Polen zijn geen goede zaak. Helaas is de slachtcapaciteit voor leghennen in Nederland beperkt.''
Uitgelegde hennen van ongeveer anderhalf jaar oud kunnen niet worden geslacht in fabrieken die zijn ingericht op vleeskippen van zes weken. De Dierenbescherming wil met de pluimveesector en de overheid in gesprek over oplossingen.
,,Als producenten en verkopers van producten als kippensoep en kipsnacks een paar cent per kilo kip meer betalen, kunnen al verbeteringen worden gerealiseerd,'' zegt Dales. Pluimveetransporten zouden volgens hem nooit langer dan vier uur mogen duren. Mensen die de kippen vangen, zouden een dierenwelzijnscursus moeten volgen. Bij het vangen en inladen van de kippen zou volgens de Dierenbescherming bovendien een keuringsdierenarts van de NVWA aanwezig moeten zijn.
In Nederland worden op 1.170 bedrijven zo'n 46,5 miljoen leghennen gehouden. Nadat ze ongeveer driehonderd eitjes hebben gelegd in anderhalf jaar tijd, wacht doorgaans het slachthuis. Zo'n zes miljoen uitgelegde hennen eindigen als soepkip of snackingrediënt bij een slachterij in Friesland. De rest wordt geslacht in het buitenland.