Vier Nijmeegse sportclubs in zwaar weer door pandemie

Aan de hand van een uitgebreide vragenlijst brengt de gemeente periodiek in kaart hoe het met Nijmeegse sportclubs is gesteld, zegt wethouder Bert Velthuis. De uitkomsten worden eind dit jaar gebruikt bij het actualiseren van het huidige beleid. 

In oktober hebben 54 van de 79 benaderde clubs de enquête ingevuld. Ze representeren 24.000 sporters, zo’n 80 procent van het totaal. Hoewel er lange periodes niet of minder kon worden getraind en bijna alle competities zijn stilgelegd, zagen slechts twaalf clubs het ledenaantal dalen. 

Opvallend: zeven van de acht tennisverenigingen zijn juist gegroeid. Tennis is bij uitstek een ‘coronasport’ die buiten kan worden beoefend, op voldoende afstand en ook met maar één medesporter. 

Clubs met een kantine in eigen beheer liepen omzet mis, en in alle sporttakken zijn leden die geen contributie betalen zolang ze niet kunnen sporten door corona. Toch stelt 60 procent van de clubs financieel gezond te zijn. 

In de monitor zijn ook vragen opgenomen over gezond beleid. Van de 32 clubs met een eigen kantine is een derde daarvan zo ingericht dat leden worden gestimuleerd een gezonde keuze te maken. Terwijl een derde zegt bij deze trend te willen aanhaken, geven de overige clubs aan niet met dit onderwerp bezig te zijn. Van de 33 clubs die (deels) buiten sporten, hebben er vier nog geen rookbeleid.  

Verder blijkt uit de vragenlijst dat acht van de vijftien buitensportverenigingen behoefte hebben aan extra ruimte. Zo willen vier voetbalclubs een extra (trainings)veld. Binnensportclubs hebben te kampen met te weinig beschikbare uren en te hoge huren.