Ze doen het! ‘Nijmeegse’ antennes aan het werk achter de maan

De Netherlands-China Low Frequency Explorer is het eerste Nederlandse-Chinese ruimteobservatorium voor radioastronomie. Hij doet zijn werk achter de maan, omdat signalen daar geen last hebben van de aardse atmosfeer.

De apparatuur hing al meer dan een jaar op 450.000 kilometer afstand in de ruimte te wachten. Dat was langer dan de bedoeling was, omdat de bijbehorende communicatiesatelliet eerst een Chinese maanlander moest bijstaan. Dat project liep vertraging op.

Maar nu kunnen de Nijmeegse wetenschappers zich klaarmaken voor een schat aan metingen. De komende jaren kunnen de antennes elke maand twee weken lang metingen verrichten.

,,We mogen tijdens de veertien dagen durende nacht aan de achterkant van de maan onze waarnemingen doen”, zegt de Nijmeegse projectleider Marc Klein Wolt van het Radboud Radio Lab. ,,Dat is veel meer dan eerder het idee was. De maannacht is nu van ons.”

De andere weken nemen de Chinezen de satelliet weer over om hun maanlander op de achterkant van de maan aan te sturen. Daarvoor is energie van de zon nodig.

Helemaal vlekkeloos verliep aanzetten van de antennes overigens niet. In het begin rolden de antennes soepel uit, maar het laatste stukje ging steeds lastiger. Daarom is besloten om eerst gegevens te verzamelen en de antennes later misschien verder uit te rollen.

Nu is het instrument gevoelig voor signalen van zo’n achthonderd miljoen jaar na de oerknal, toen de eerste sterren zich vormden. Helemaal uitgerold kunnen ze zelfs signalen van vlak na de oerknal opvangen.