Diedenaren vermoeden ‘fraude’ bij bouwplan in Langestraat

S. van Hooft en L. van Engelen spreken hierover (digitaal) in bij de gemeenteraad die vanavond vergadert over het voorstel van het college van B en W. 

Het college wil het verplaatsen van een bouwvlak mogelijk maken. In 2010 is de gemeente Oss met een veehouder overeengekomen dat hij zijn bedrijf aan de Achterstraat in Dieden zou saneren. Er zijn opstallen gesloopt en de geurcirkel is vervallen. Deze sanering was in 2018 afgerond. Op het betreffende perceel mogen van de gemeente vier nieuwe woningen komen. Dat is in 2010 door de gemeente met de veehouder overeengekomen.

Het perceel is door de veehouder verkocht. De nieuwe eigenaar wil drie van de vier bouwtitels gebruiken. De verkoper heeft in 2017 aan de Langestraat een naastgelegen perceel gekocht. Hij wil daar nu de vierde woning bouwen. 

De protesterende omwonenden vinden dat dit niet kan omdat het nieuwe perceel niet te maken had met de sanering van de veehouderij en niet onder de toenmalige afspraak met de gemeente valt. Volgens hen voert de initiatiefnemer als reden financiële noodzaak aan na beëindiging van de veehouderij. Zij vermoeden echter dat het plan puur is ingediend voor financieel gewin. De veehouderij is voortgezet in Reek. Volgens hen heeft de hele procedure geleid tot enorme spanningen in Dieden.

De insprekers overwegen zelfs aangifte tegen de initiatiefnemer wegens valsheid in geschrifte, fraude en intimidatie van belanghebbenden. Hij zou misleidende informatie hebben ingebracht, die door de gemeente voor waar is aangenomen. Zo zou hij een dialoog met de omwonenden hebben verzonnen die er helemaal niet is geweest. Meldingen hiervan bij de gemeente zijn volgens de insprekers lange tijd genegeerd. Later is er wel een tweede dialoog geweest. 

Toch vrezen de insprekers dat de gemeenteraad een beslissing neemt op basis van onvolledige en onjuiste informatie en noemen de procedure een ‘schoolvoorbeeld van ondermijning’.

Het college vindt dat de sanering van de veehouderij heeft gezorgd voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en dat dat niet verandert als het bouwvlak wordt verplaatst naar het andere perceel.