Evaluatie: Wet passend onderwijs schiet doel voorbij, geen extra zorgleerlingen op gewone scholen
De Wet passend onderwijs heeft er niet voor gezorgd dat meer kinderen met een handicap, leer- of gedragsproblemen naar een gewone school gaan. Het aantal zorgleerlingen in het reguliere onderwijs is sinds de invoering, vijf jaar geleden, niet gestegen. Ook hebben docenten niet meer hulp gekregen om deze leerlingen te ondersteunen. Daar was geen geld voor.
Hanneke KeultjesLaatste update:27-05-20, 18:47
Dat blijkt uit de evaluatie van de wet die in opdracht van het ministerie van Onderwijs is uitgevoerd en vandaag werd gepresenteerd. Het effect van de wet op leerlingen is na een vijf jaar durende onderzoek ‘niet goed vast te stellen’. ,,Het probleem is dat de wet te open is”, zegt onderzoekscoördinator Guuske Ledoux. ,,Voor welke leerlingen de wet is bedoeld is niet gedefinieerd.”
In 2014 werd de Wet passend onderwijs ingevoerd, die volgens toenmalig staatssecretaris Sander Dekker ‘de Chinese muur’ tussen regulier en speciaal onderwijs moest ‘afbreken’. Gewone basisscholen, middelbare scholen en mbo’s krijgen sindsdien geld om een scholier met leerproblemen extra begeleiding te geven of kunnen zorg inhuren als een kind een chronische ziekte heeft.
De wet heeft zowel bij leraren als ouders verwachtingen gewekt, die niet zijn waargemaakt. Zo dachten leraren dat zij meer ondersteuning in de klas zouden krijgen van onderwijsassistenten of intern begeleiders. Ledoux: ,,Maar de budgetten werden niet verruimd. Zo ontstond er een kloof tussen verwachting en realiteit.” Volgens haar moeten beleidsmakers zich over het uitblijven van extra geld ‘op het hoofd krabben’.
‘Shoppen’
Ouders dachten dat zij door de wet verzekerd zouden zijn van een goede school voor hun kind. Scholen hebben nu een zorgplicht: eenmaal aangemeld, moet de school zorgen voor een passende plek in de regio. Maar een kwart van de ouders is ontevreden, blijkt uit de evaluatie. Scholen houden zich ook niet altijd aan de zorgplicht, omdat ze leerlingen al ‘wegadviseren’ voordat zij formeel zijn aangemeld op school. Zorgelijk, zegt Ledoux, is dat schoolleiders ‘dat een geaccepteerde manier lijken te vinden’. Het zorgt ervoor dat ouders toch nog zelf moeten gaan ‘shoppen’ naar een geschikte school.
De budgetten werden niet verruimd. Zo ontstond er een kloof tussen verwachting en realiteit
Onderzoekscoördinator Guuske Ledoux
De onderzoekers zien ‘voor verschillende betrokkenen verschillende effecten’. Zo zijn voor de rijksoverheid de kosten wel beheersbaar gebleven, maar klagen scholen nog over te krappe budgetten en grote bureaucratie. Docenten wijten de hogere werkdruk vaak aan passend onderwijs, terwijl het aantal kinderen dat extra ondersteuning nodig heeft niet toenam. Wel zijn er meer leerlingen met meer dan één aandoening, zoals een combinatie van adhd met dyslexie.
Kosten
De ondersteuning die sommige kinderen nodig hebben door passend onderwijs, is wel beter georganiseerd en er is ‘in de meeste regio’s’ voldoende aanbod. Toch vinden scholen het lastig om afspraken te maken met jeugdhulpverleners over de ondersteuning van leerlingen. Scholen én ouders hebben vervolgens last van discussies die kunnen ontstaan over wie voor welke kosten moet opdraaien.
Vanaf het begin kwam er veel kritiek op de wet. Passend onderwijs zou niet ‘passen’. Kinderen kregen op de scholen niet de juiste hulp of kwamen soms langdurig thuis te zitten omdat er voor hen geen passend onderwijs gevonden kon worden. Juist dat aantal ‘thuiszitters’ moest door passend onderwijs worden teruggedrongen, maar dat gebeurde niet. Sommige leraren vonden dat zij door de nieuwe werkwijze voortdurend tekortschoten: zij moesten aan een leerling met ‘een rugzakje’ meer aandacht geven, wat ten koste ging van andere klasgenootjes.
Bezuiniging
De wijziging werd ook gezien als een bezuiniging: er zouden minder kinderen naar het duurdere speciale onderwijs gaan, al heeft het kabinet zich altijd tegen dat beeld verzet. De instroom in het speciaal onderwijs krop de eerste twee jaar na de invoering van passend onderwijs licht maar daarna nam het weer toe. Het kabinet reageert pas na de zomer op de langverwachte evaluatie.