Drie IS-vrouwen getuigen in zaak tegen bekende Rotterdamse jihadist Samir A.

A. wordt samen een 33-jarige Vlaardinger en een 38-jarige man uit Uitgeest ook verdacht van deelname aan een terroristische organisatie. Voor de Rotterdammer is dat verre van de eerste keer. Al in 2003 werd hij als 17-jarige voor de eerste keer opgepakt omdat hij een aanslag zou hebben beraamd. Toen kwam hij overigens niet voor de rechter. In de jaren daarna volgden meer aanhoudingen, ook voor deelname aan een terreurorganisatie, waarbij hij werd veroordeeld tot jarenlange celstraffen.

Eind juni 2020 was de vijfde aanhouding voor het financieren van terrorisme, door geld te hebben ingezameld voor vrouwen in Syrië die op de nationale sanctielijst terrorisme staan. A. vertelde eerder openlijk over zijn inzamelacties, volgens hem bedoeld om hulp te bieden aan vrouwen en kinderen in een kwetsbare positie.

Twee jaar na zijn aanhouding staat begin juli de inhoudelijke behandeling tegen A. en zijn mede-verdachten op agenda. A. mag deze in vrijheid afwachten. Er wordt nog een laatste poging gedaan een telefoon uit te lezen en er is het verhoor van Amber K., Nawal H. en Hafida H. 

Dit zijn drie van de vijf vrouwen die met hun kinderen begin februari door Nederland werden opgehaald uit een detentiekamp in Syrië tijdens een ‘speciale operatie’. De drie zitten vast in het Huis van Bewaring in Zwolle. De vrouwen zal worden gevraagd naar de rol van IS in de kampen waar zij zaten en wat zij weten van het geld van A.