Erasmus-onderzoeker legt jongeren onder een scan en concludeert: ‘Ze hebben best een goed zelfbeeld’

Jongeren vormen hun zelfbeeld door de interactie met anderen, is de uitkomst van het onderzoek. Wisten we dat niet eigenlijk al?
,,Ja, er zijn inderdaad gedragsstudies die laten zien dat de mening van anderen belangrijk is, maar die zijn al wat ouder en gaan vooral over kinderen. Ik heb aan het onderwerp een moderne twist gegeven en vooral bij jongeren tussen de 10 en 24 jaar gekeken hoe hun zelfbeeld én relatie tot de ander zich in de loop van de tijd ontwikkelen. Ik heb gekeken naar gedrag en de hersengebieden die daarbij betrokken zijn.”

Hoe heb je het onderzoek uitgevoerd?
,,De jongeren kregen in de MRI-scan korte zinnetjes te zien, zoals ‘Ik ben slim’ of ‘Ik help graag anderen’. Ze gaven vervolgens aan hoe goed ze die eigenschappen bij zichzelf vonden passen en hoe leeftijdsgenoten hierover dachten. Wat opviel was dat bij het nadenken over zichzelf, precies dezelfde hersengebieden actief werden als wanneer ze nadachten over wat anderen van hen vinden. Hoe ouder jongeren waren, hoe sterker die overlap zichtbaar werd.”

Hoe zit dat?
,,Jongeren moeten zich losmaken van hun ouders en onafhankelijk worden. Daarvoor is het nuttig om van mensen in hun omgeving feedback te krijgen, maar het maakt hen ook gevoelig voor die feedback. Tijdens de adolescentie kunnen ze het gevoel hebben dat er constant iemand naar hen kijkt en beoordeelt. Dat gevoel van extreem zelfbewustzijn zie je ook terug in de hersenen.”

Wat is de opzienbarendste uitkomst van het onderzoek?
,,Jongeren hebben over het algemeen best een goed zelfbeeld. Ze vinden veel vaker dat positieve in plaats van negatieve eigenschappen goed bij ze passen. Alleen tussen de 15 en 17 jaar zie je dat jongeren iets minder positief zijn over zichzelf. Ze twijfelen dan meer aan zichzelf, vooral aan eigenschappen die belangrijk zijn op school, zoals slim zijn.”