Rotterdamse haven draait beter dan verwacht, omdat we opeens heel veel spullen kopen

In ieder geval niet heel 2020, zo blijkt uit de jaarcijfers die de Rotterdamse haven vandaag naar buiten heeft gebracht. Die cijfers zijn altijd interessant, omdat ze ook een indicator zijn van de economie. Voor de olie-overslag (het afgelopen jaar 9,1 procent minder dan 2019) is dat heel duidelijk: er is minder vraag naar brandstof omdat we minder in de auto zitten en nauwelijks vliegen, waardoor er veel minder olietankers naar de grootste haven van Europa komen. De containeroverslag, daarentegen, kent een grillig verloop.

In de eerste maanden van vorig jaar kwamen er veel minder zeecontainers uit Azië aan in Rotterdam en tekende zich een historische terugval af, maar sinds de tweede helft van 2020 kwamen er plots veel meer. Tegen het einde van het jaar beleefden de containerterminals zelfs de drukste weken ooit.

Die containers zitten ramvol met fitnessapparatuur en televisies. Omdat we niet naar de bioscoop en uit eten gaan en ook niet naar het theater en de sportschool kunnen, schaffen we massaal spullen voor thuis aan. Die toestroom aan containers in de laatste maanden compenseert bijna de dip in de eerste helft van vorig jaar.  Uiteindelijk is er in Rotterdam in 2020 maar 1,2 procent minder aan containers overgeslagen dan in het recordjaar 2019.

Die sterk toegenomen vraag naar spullen is in heel Europa te zien. De haven van Antwerpen, de grote concurrent van Rotterdam, noteert ook al van die opvallende containeroverslagcijfers.

Veel van dat geld zal volgens de president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam gaan naar waterstof en het CO2-afvangproject Porthos. Bij Porthos wordt de uitstoot van het broeikasgas koolstofdioxide van de raffinaderijen en chemiefabrieken in de Rotterdamse haven via een buizenstelsel naar lege gasvelden onder de Noordzeebodem geleid. Bij de waterstofinvesteringen gaat het om de bouw van fabrieken die deze ‘groene olie van de toekomst’ moeten maken en ook een buizenstelsel om het goedje te transporteren.

Volgens Castelein helpen deze investeringen om de economie aan te zwengelen. ,,We zijn letterlijk een startmotor voor banen, inkomsten en welvaart voor de BV Nederland.’’ 

Of daarmee de Rotterdamse haven dit jaar alweer volledig op het niveau van voor de coronacrisis zal draaien, is volgens Castelein ‘onwaarschijnlijk’. De snelheid waarmee de haven herstelt, is volgens hem afhankelijk van het tempo en de effectiviteit van de vaccinatiecampagnes. Die zijn bepalend of mensen weer mogen reizen, zegt hij. En dat reizen bepaalt weer de vraag naar, de voor de Rotterdamse haven zo belangrijke, olie. 

Terugblikkend op 2020 spreekt Castelein van ‘een uniek jaar’ en zegt hij blij en trots te zijn dat alle bedrijven hebben doorgedraaid. ,,Het mag niet zo zijn dat het goederenvervoer stagneert.’’