‘Zomercarnaval is niet typisch Nederlands, maar hier wel diep geworteld’

Haar halve leven komt de 30-jarige Amersfoortse met Curaçaose en Dominicaanse wortels met veel plezier naar Rotterdam voor het jaarlijkse Zomercarnaval. Ze stond langs de kant, liep mee in de parade, was in de race voor zomerqueen en fungeerde als jurylid. En ze hield een pleidooi om erfgoed te maken van het grootste Caraïbische straatfeest van ons land. ,,Carnaval is geen hobby, het zit in mijn bloed.”

Nationaal wierp haar betoog al vruchten af. Vorig jaar verwierf het Zomercarnaval de Nederlandse status voor nationaal immaterieel erfgoed. In 2021 doet de rijksoverheid een gooi naar de werelderfgoedlijst van Unesco. ,,Ik ben misschien de eerste die het Zomercarnaval heeft voorgedragen, maar die nominatie is natuurlijk voor al die mensen die het ieder jaar weer mogelijk maken”, zegt Benett bescheiden.

Wat Benett betreft heeft het Zomercarnaval alle ingrediënten in zich voor internationale erkenning. Begonnen als een Antilliaans feest, is het carnaval inmiddels omarmd door veel verschillende nationaliteiten en daarmee een toonbeeld van diversiteit. ,,In een tijd dat er discussie is of mensen wel of niet ergens thuishoren, laat dit festival zien dat iedereen erbij hoort”, zegt ze. ,,Het tropisch carnaval is hier door migranten gebracht en dus misschien niet typisch Nederlands, maar het is inmiddels wel diep geworteld.”

Algemeen directeur Guus Dutrieux van Ducos Productions is zeer in zijn nopjes met de internationale nominatie. ,,Het betekent dat je als festival niet meer weg te denken bent. Het wordt daardoor een serieus te nemen instituut en dat maakt je minder afhankelijk van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.”

Financieel wordt het Zomercarnaval er echter niets wijzer van, zegt Dutrieux. ,,Het levert geen geld op. Integendeel, ook voor de 35ste editie hebben we gewoon sponsors nodig en zijn we net als ieder jaar weer op zoek naar beschikbare loodsen om de praalwagens te kunnen bouwen.”