“Voor corona hadden we altijd wel vrije tuinen. Nu werken we met wachtlijsten”, vertelt Thera van Delft, secretaris van volkstuin de Hazennest in Tilburg. “We zien hier ook vooral veel jonge mensen die willen tuinieren. En dat is niet alleen bij ons zo, maar bij heel veel volkstuinverenigingen.”

De 33-jarige Remko Jussen is een van de gelukkigen die sinds augustus samen met zijn vriendin, zus, zwager en ouders de trotse eigenaar is van een indrukwekkende volkstuin. “Hoe groot-ie is? 225 vierkante meter”, lacht Jussen terwijl hij sla aan het planten is. “Over zes tot acht weken gaan we deze plantjes plukken. Het duurt nog even, maar straks kunnen we van alles wat in onze tuin groeit ook echt met drie gezinnen eten.”

De tekst gaat verder onder de foto.

Op de vele bordjes in de grond zie je al dat de magen dan onder meer gevuld zullen zijn met aardappels, zomerwortel en radijsjes. “Maar het meest kijk ik uit naar de aardbeien en asperges. De aardbeienplantjes doen hun werk al goed”, wijst Jussen terwijl hij langs ze loopt.

En dan stapt hij naar de allereerste asperge die de tuin rijk is. “Een groene”, straalt Jussen. “Ik ben heel benieuwd hoe hij straks smaakt als-ie van de barbecue komt.”

Volgens secretaris Van Delft vloeit de populariteit van de volkstuin ook voort uit het bewuster omgaan met voeding. “Biologische producten vindt een grote groep - waaronder veel jongeren - steeds belangrijker. De interesse voor zelf groenten kweken en lekker tuinieren groeide dus al. Corona versterkt dat effect. Zeker in deze vreemde tijd willen jongeren toch naar buiten en iets om handen hebben. Een volkstuin is nu aantrekkelijker dan ooit.”

Jussen beaamt dat. “In mijn vrienden- en kennissenkring is dat zeker zo. En zeg nu zelf, het is hier toch heerlijk? Op reis kunnen we niet. Maar als je hier ‘s ochtends aankomt, hoor je de vogeltjes, zie je de mooie tuin en krijg je dat echte vakantiegevoel. Ik kan dit echt iedereen aanraden.”