D-Day voor boer Gert (38): jarenlang de bak in of verder als specialist in zonnepanelen

Zeven branden in nog geen jaar tijd en allemaal aangestoken. Dat in de strafzaak tegen Gert S. geen sprake is van toeval, daarover zijn advocaat Tim Vis en officier van justitie Annemieke Drogt het eens. Net zoals ze allebei de uniciteit van het strafdossier zullen beamen. 

Maar daarmee houden alle overeenkomsten op: Openbaar Ministerie (OM) en verdediging staan lijnrecht tegenover elkaar. Het OM is overtuigd dat het Gert is, die achter drie van de zeven branden zit. Onder meer op basis van verklaringen van hemzelf en van getuigen. Hoewel voor het stichten van vuur door Gert geen hard bewijs is, ziet het OM geen andere mogelijkheid dan dat hij zelf brand stichtte in Wijk bij Duurstede (zomer 2018), Werkhoven (najaar 2018) en ’t Goy (zomer 2019).

Na die laatste brand zat hij ruim een half jaar in voorarrest. Volgens het OM zou Gert de branden gesticht hebben om oplichting en verduistering te verhullen, aangezien door het vuur onder meer administratie verloren ging. Ook zou hij hebben willen voorkomen dat zijn aankoop van de boerderij in Wijk doorging, omdat hij daar geen geld voor had vanwege de slechte staat van zijn hooi- en stroverpakkingsbedrijf.

Niets van waar, volgens Gert, zijn naasten en zijn verdediging. Met zijn bedrijf ging het juist goed, tot de branden. Volgens hen is een ‘kwaadwillende derde’ verantwoordelijk voor de branden. Bijvoorbeeld een oud-medewerker met schulden of de verkoper van de boerderij in ’t Goy.

Het OM eiste acht jaar cel tegen Gert, mede vanwege de grote impact van de branden. De verdediging pleitte voor vrijspraak, wegens gebrek aan bewijs. Wat de rechtbank ook beslist: hoger beroep is hoogstwaarschijnlijk. Want een straf die recht doet aan beide versies van het verhaal lijkt uitgesloten.