In deze Utrechtse gemeente steeg de huizenprijs het hardst van allemaal

Zo is Bunnik bijvoorbeeld koploper in Utrecht en omliggende gemeenten, met procentueel de sterkst gestegen huizenprijs in 2021. Wie in 2020 nog 441.040 euro neer moest tellen voor een woning, moest voor datzelfde huis een jaar later al 537.433 euro neertikken. Dat komt neer op een stijging van bijna 22 procent in een jaar tijd. 

Opvallend is ook Zeist, dat met een procent minder stijging nauwelijks onder doet voor Bunnik. Hier lag de gemiddelde prijs in 2020 op 473.200, terwijl die vorig jaar doorsteeg naar 571.853 euro. In beide gemeenten ligt de gemiddelde verkoopsom een stuk hoger dan landelijk gemiddeld. Die prijs steeg sinds 2015 met 68 procent en kwam in 2021 uit op gemiddeld 387.000 euro.

In 2015 was die koopsom in de provincie Utrecht gemiddeld nog 264.382 euro, terwijl dat in 2021 al 460.992 euro was. Opvallend is dat alleen in Flevoland (81 procent duurder) en Noord-Holland (79) de huizenprijzen nóg sterker toenamen dan in Utrecht (74,4 procent) afgelopen zes jaar. 

In de gemeente Utrecht steeg de prijs in een jaar tijd met 64.000 euro. Veel gemeenten in de Utrechtse regio noteren die plus van rond de 60.000 euro per huis. Wijk bij Duurstede en IJsselstein blijven achter, met een stijging van krap 50.000 euro. De Bilt telt juist een veel grotere grotere waardervemeerdering van koopwoningen: 94.500 erbij in 2021. 

Met 634.801 euro gemiddeld is De Bilt de duurste in de regio en staat het landelijk in de top 10 (positie 9). Maar Blaricum en Bloemendaal spannen landelijk de kroon met een gemiddelde verkoopprijs van meer dan een miljoen euro. In Nieuwegein (ruim 362.700 euro per huis gemiddeld) en Veenendaal (367.600 euro) werd in 2021 gemiddeld het minste neergelegd voor een koophuis.