Meer coronapatiënten in Utrechtse ziekenhuizen dan op hoogste punt van tweede golf

Toen lagen er in totaal 224 coronapatiënten in het ziekenhuis. Nu zijn dat er 228. Dat zijn er twintig meer dan afgelopen dinsdag en toen waren er nog slechts twee van de zeventig ic-bedden in de regio beschikbaar voor coronapatiënten. Ook vandaag zijn er in de hele regio Utrecht nog maar twee bedden vrij op de ic’s.

In de klinieken van de ziekenhuizen is het flink drukker geworden. In het UMC Utrecht liggen daar nu 51 mensen die besmet zijn, tegenover 48 op dinsdag. In het St. Antonius in Nieuwegein zijn er zelfs vijftien patiënten bijgekomen sinds dinsdag, toen er nog 48 mensen in het ziekenhuis lagen vanwege het virus.

„Je zou bijna kunnen spreken van dagkoersen”, zegt woordvoerder Joris Prinssen van het UMC Utrecht. Onderling stemmen de ziekenhuizen in de regio, maar ook daarbuiten, continue met elkaar af hoeveel plek er nog vrij is. „Doordat we daar zo bovenop zitten, weten we het telkens net te redden qua plek.” Maar, stelt Prinssen, het gaat niet alleen om hoeveel bedden er bezet zijn. „Het gaat ook om hoeveel handen we beschikbaar hebben aan die bedden. Daarom worden niet alleen patiënten verplaatst naar andere ziekenhuizen, maar verplaatsen zorgmedewerkers uit verschillende disciplines zich ook in de rol van bijvoorbeeld verpleegkundige op de ic.”

De situatie lijkt dan ook steeds nijpender te worden. Nu de klinieken en ic’s tegen de grens van vol aanlopen, moet er steeds vaker en over een langere periode planbare, kritieke zorg worden uitgesteld. „Denk bijvoorbeeld aan operaties van kankerpatiënten die afgebeld moeten worden. Dat is niet alleen voor de patiënt een mentale klap, maar ook voor iedereen die in de zorg werkt. Het is absoluut geen wenselijke situatie en zeker geen scenario dat we lang kunnen volhouden”, aldus Prinssen.

En ook als de bezettingscijfers wel snel dalen, is de strijd in ziekenhuizen nog niet geleverd. Nog maar 49 procent van de ziekenhuizen in Nederland zegt de kritieke planbare zorg volgens planning te kunnen doen. Vorige week was dit nog 63 procent, zo blijkt uit een rapportage van de Nederlandse Zorgautoriteit. „Als de cijfers gedaald zijn, begint de inhaalslag van alle zorg die de afgelopen weken is uitgesteld. Hoe langer cijfers zo hoog blijven, hoe langer de nasleep duurt en de druk op de zorg hoog blijft.”