Utrecht krijgt smak geld van het Rijk: drie treinstations krijgen meer en betere fietsenstallingen

Dat betekent straks minder gehannes om een vrij plekje voor de fiets te vinden en daarmee een makkelijkere aansluiting op de bus of trein. Op dit moment is er – niet alleen in Utrecht, maar in heel het land – in veel stallingen een tekort aan plekken voor bijvoorbeeld bakfietsen en fietsen met een krat of een kinderzitje. Het Rijk wil dit tekort in 2025 hebben weggewerkt.

Daarom gaat er de komende jaren bij in totaal 46 stations in Nederland een schop in de grond, waarvan dus op drie plekken in Utrecht. In heel Nederland komen er zo’n honderdduizend stallingsplekken bij stations bij. Dat brengt het totaal op zeshonderdduizend. Dit kost zo’n 200 miljoen euro. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (infrastructuur en waterstaat) betaalt 40 procent, de rest van het bedrag wordt opgebracht door regio’s zelf.

De mogelijkheden om goed te fietsen in de stad en de tweewieler makkelijk te parkeren bij stations krijgt sowieso veel aandacht van Utrecht en van het Rijk. Want om het snelgroeiende Utrecht goed bereikbaar te houden, is het volgens bestuurders van belang dat niet iedereen de auto pakt, maar dat het openbaar vervoer en de fiets fijne alternatieven zijn.

Daarnaast kiest Utrecht ervoor om de komende jaren vooral huizen te bouwen rond nieuwe en bestaande ov-knooppunten, zoals Lunetten-Koningsweg, Leidsche Rijn Centrum en het Utrecht Science Park. Utrecht heeft samen met het Rijk plannen om een ov-ring om de stad te maken. Hierin speelt dan ook de bereikbaarheid met de fiets een belangrijke rol.