Zeist houdt vast aan locaties voor windmolens en zonnevelden

Onlangs bleek al dat de spoorzone  van die drie de meest kansrijke plek is voor een paar windmolens. Tenminste, dat concludeerde en adviesbureau dat is gespecialiseerd in windenergie. Burgemeester en wethouders merkten nog op dat in het open gebied een groot aantal inwoners uit Zeist en Bunnik direct en volledig zicht op de windmolens zal hebben. Bovendien is uit eerder onderzoek gebleken dat waarden op het gebied van natuur, landschap en cultuurhistorie er groot zijn. 

Toch is de spoorzone, net als Kamp van Zeist en het talud van de A28 nog in beeld, zo blijkt uit de inbreng die burgemeester en wethouders willen leveren aan regionale energieplannen. 

Een stel windmolens bij Kamp Zeist is een optie als de huidige bebouwing daar verdwijnt en plannen om  een deel van het terrein in de toekomst terug te geven aan de natuur in de ijskast gaan. En zonnevelden langs de A28 zijn een optie als ook snelwegbeheerder Rijkswaterstaat daar voor voelt. 

Komende week moet de Zeister gemeenteraad nog een klap geven op de inbreng voor de zogenoemde Regionale Energie Strategie (RES) die zestien Utrechtse gemeentes samen hebben opgesteld. Die U16 heeft zich verplicht 1,8 TWh duurzame energie op te wekken in 2030. Zij wekken nu 0,4 TWh aan duurzame energie op.

De linkse politiek in de Kromme Rijnstreek wil ondanks de groeiende kritiek toch windmolens plaatsen, zo bleek afgelopen maand in een gezamenlijk statement. Zij leggen de bezwaren van inwoners van Houten, Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug en Bunnik naast zich neer. PvdA en GroenLinks in Zeist waren in dat gezelschap nog niet vertegenwoordigd.