Tuinvogels en mollen tellen

Allereerst de twee houtduiven in de esdoorn achter in onze tuin. Een maand geleden maakten ze uitgebreid kennis met liefkozende gebaren naar elkaar, terwijl ze luid koerden. Nu zitten ze vaak rustig op een tak en soms zoeken ze voedsel op de grond.

Zes spreeuwen kwamen even in de esdoorn zitten. De spreeuwen, die wij in de winter zien, broeden in Noord- en Midden-Europa. Onze zomerspreeuwen overwinteren minder ver weg in België, Noord-Frankrijk en Zuid-Engeland. Verder twee eksters en een zwarte kraai. De eksters hebben een nest in een boom vlakbij, een grote takkenbos met een apart dak van takken.

Eksters waren er altijd wel in de buurt te vinden. De afgelopen jaren zagen we ook vaak gaaien en nu dus ook zwarte kraaien. De zwarte kraai broedt niet in kolonies, zoals de roek, waar hij veel op lijkt. Je zou het niet verwachten, maar kraaiachtigen horen bij de zangvogels. Gaaien en ekster zijn ook kraaiachtigen. En dat is dan wel weer logisch, als je let op hun geluid. 

Verder zagen we in onze tuin een Turkse tortel, een vrouwtjesvink, een merel, twee koolmezen en drie huismussen. Helaas niet de pimpelmeesjes, de heggenmus en het roodborstje, die we ook vaak zien. De top 10 van de landelijke telling bestond uit huismus, koolmees, pimpelmees, merel, vink, kauw, roodborst, ekster, houtduif, Turkse tortel.

 Als u de tuinvogeltelling gemist hebt, of als u de smaak van het tellen te pakken hebt gekregen: op 13 en 14 februari kunt u meedoen met de mollentelling. U kunt levende en dode mollen doorgeven aan de Zoogdiervereniging, maar ook het aantal molshopen dat u op één plek ziet.