Hele dag je bloedsuiker meten: zo combineren zij diabetes met hun werk

Een kantoorbaan met diabetes combineren lukt Rutger Schuil (37), woordvoerder bij PME Pensioenfonds, gelukkig goed - al is hij er wel elke werkdag mee bezig.

,,Sinds augustus vorig jaar weet ik dat ik diabetes type 1 heb. Eerst dacht ik dat het een burn-out was. Want ik was steeds vermoeider geraakt, voelde me niet lekker en kon me slecht concentreren. Het werd zo erg dat ik me ziek meldde. Toen ik daarna in vijf weken tijd 16 kilo was afgevallen, wist ik dat het niet goed zat. Ook had ik continu dorst.

De huisarts kwam er snel achter dat ik diabetes type 1 heb. Na de diagnose moest ik eerst aansterken. Daarna ben ik langzaamaan weer aan het werk gegaan. Gelukkig heb ik geen fysiek beroep en kan ik  mijn tijd meestal flexibel indelen. Dat geeft rust en dat maakt het makkelijker om binnen een gezonde bloedsuikerwaarde te blijven.

Als ik een lage bloedsuikerspiegel heb, ga ik zweten, mijn handen gaan trillen en ik krijg slappe benen. Goed op je voeding letten helpt, dat maakt het verloop van je bloedsuikerspiegel iets voorspelbaarder. Maar stress, slecht slapen of een virus kunnen er ook invloed op hebben. Je hebt er nooit helemaal grip op. Uiteindelijk ben ik heel de dag bezig met het meten van mijn waarde via een sensor die ik kan uitlezen met mijn telefoon. Dat doe ik ongeveer om de anderhalf uur.

Mijn collega’s reageerden heel goed toen ik vertelde over mijn diagnose. Ze stelden meteen voor om er rekening mee te houden bij de lunch op kantoor, sommige dingen kan ik namelijk niet eten. Mijn manager is ook erg begripvol. Als ik een slechte nacht heb gehad door een te hoge of te lage waarde, dan ben ik ‘s ochtends gebroken. Gelukkig kan ik hem dan appen dat ik wat later begin.

Een collega heeft ook diabetes type 1. Toen hij op Bossche bollen trakteerde werd daar toch wel van opgekeken. Maar een Bossche bol is voor iemand met diabetes type 1 niet per se slechter dan voor een ander. Het is fijn als iedereen snapt wat diabetes precies inhoudt, dus wees er open over op je werk. Ook is het fijn als collega’s weten wat ze moeten doen als het misgaat. Dat is dus niet insuline spuiten bij een lage bloedsuiker, want dan kan ik doodgaan. Schakel altijd een BHV’er in als je het niet weet.”

Pien Jasperse (27) is onderwijsassistent op een basisschool en wordt goed opgevangen door haar collega’s.

,,Ik heb het al zo lang - toen ik in groep 6 zat kreeg ik de diagnose - dat ik niet anders weet. Diabetes is echt onderdeel van mijn leven. Maar ik moet er wel altijd rekening mee houden. Gelukkig heb ik nu de nieuwste pomp die mijn bloedsuiker automatisch op peil houdt: ik hoef alleen de koolhydraten in te voeren die ik eet. De pomp is vooral handig als ik voor de klas sta. Dan kun je namelijk niet heel de tijd je bloedsuikerpeil meten.

Hiervoor werkte ik in de kinderopvang, dat werk vroeg te veel van me. Soms moet je even kunnen zitten om bij te komen, maar dat kon niet in die baan. Inmiddels werk ik al vier jaar als onderwijsassistent op een basisschool. Ik begeleid bijvoorbeeld kleine groepjes kinderen met lezen, dat gaat prima. Soms val ik in voor een zieke leerkracht.

Vaak is mijn suikerspiegel goed te corrigeren. Alleen je hebt er niet altijd grip op. Soms heb ik een goede dag, soms een slechte. Als ik laag in mijn suikerwaarde zit, vind ik het lastig om dat aan te geven, ik wil er niemand mee belasten. Gelukkig letten mijn collega’s goed op me en zijn ze erg begripvol. Ook weten de kinderen wat ik heb.

Ik heb iedereen uitgelegd wat ze moeten doen als ik flauwval: ga niet aan me zitten, bel direct 112. Gelukkig is het nog nooit misgegaan op mijn werk. Als je je suikerspiegel goed onder controle weet te houden, kun je echt wel oud worden met diabetes en is de kans op complicaties kleiner.

Vertel gewoon op je werk dat je diabetes hebt, praat erover. Het wordt ook steeds normaler. Maar daardoor denken mensen ook wel sneller dat ik het wel red met mijn sensor en pomp. Dat is niet altijd zo, ik moet nog steeds blijven opletten. Niet iedereen snapt wat de ziekte precies inhoudt. ‘Je eet een koekje, mag dat wel?’, vroeg een collega me eens. Dat je diabetes hebt, betekent niet dat je geen koekjes meer mag eten.”

Bij diabetes kan het lichaam de bloedsuiker niet meer regelen. Bij diabetes type 2 heeft het lichaam te weinig insuline, het hormoon dat de bloedsuiker regelt. Daarnaast reageert het lichaam minder goed op insuline. Overgewicht en weinig beweging, maar ook leeftijd en erfelijke aanleg vergroten de kans op diabetes type 2. Bij diabetes type 1 maakt het lichaam zelf veel te weinig insuline aan. Dat komt door een afweerstoornis. De cellen die insuline aanmaken worden vernield door het afweersysteem.