Waar gaan die Westlandse groenten allemaal naartoe?

Het grootste deel van alle verhandelde groenten en fruit komt terecht in onze buurlanden: 95 procent blijft in Europa. Duitsland is met 4,9 miljard euro de belangrijkste afzetmarkt, gevolgd door België (1,2 miljard) en het Verenigd Koninkrijk (1,1 miljard). De verkoop van verse groenten en fruit aan klanten in België nam met 7 procent toe. De export naar Engeland daalde daarentegen met liefst 12 procent ten opzichte van 2020.

Nederland behoudt weliswaar zijn sterke handelsrol in Engeland voor producten die in ons land zijn geteeld, maar verliest terrein als handelspartner van wederuitvoer. De totale verkoopomzet van de top-5 producten, in Nederland geteelde tomaat, paprika, komkommer, aardbei en ui, bleef vrij stabiel.  

De daling naar het VK betreft vooral producten die in Nederland worden ingevoerd en vervolgens worden doorverkocht, de wederuitvoer. De wederzijdse handel tussen de EU en het VK is vrij van importheffingen, maar dat geldt niet voor producten die van oorsprong uit derde landen komen. Door deze importheffingen kopen Britse bedrijven bijvoorbeeld minder tropisch fruit via Nederland maar meer rechtstreeks uit Midden-Amerika.

De Nederlandse verkoop van groenten en fruit naar verre bestemmingen verliep over het algemeen moeizaam, door hoge transportkosten. Door de extreem hoge luchtvrachttarieven en minder passagiersvluchten - daar gaan paprika’s als vracht mee in de buik van het vliegtuig - viel de Nederlandse export van paprika’s naar de Verenigde Staten (VS) met 1 miljoen kilo in 2021 nagenoeg stil. Ter vergelijking: in het pre-coronajaar 2019 werd nog ruim 16 miljoen kilo verkocht aan de VS.