Helaas kunnen wij deze social post, liveblog of anders niet tonen omdat het één of meerdere social media-elementen bevat. Aanvaard de social media-cookies om deze inhoud alsnog te tonen.
Drone speurt naar weidevogel
Het aantal weidevogels kachelt achteruit, ook omdat menig legsel onder landbouwmachines komt. Melkveehouder Anton de Wit gaat bij boeren langs met zijn weidevogeldrone, die met militaire precisie de gps-coördinaten van elk ei opslaat.
Hans-Paul Andriessen
Zoemmmmm. Uit de dichte nevel, die als een deken over het berijpte weiland hangt, komen twee rode lichtjes tevoorschijn. Daarna wordt de hele drone zichtbaar met zijn zoemende zwarte propellors. 'Weidevogeldrone' staat er op het witte apparaat.
Je verstoort er de natuur niet mee
Anton de Wit
Het is 06.00 uur, een half uur voor zonsopkomst, de koeien in de wei liggen rustig te herkauwen. Anton de Wit en weidevogel-vrijwilliger Folkert van der Werf staan met alle apparatuur middenin een weiland in de polder, grofweg tussen de A12 en Papekop. Moet je op dit tijdstip niet thuis op jouw boerderij in Reeuwijk de koeien melken, Anton? Nee, schudt hij. ,,Daar heb ik een melkrobot voor.''
Nachtvorst
Het vroege tijdstip heeft alles te maken met de warmtebeeldcamera die aan de drone hangt. Die registreert temperatuurverschillen: een vogel of een warm nest betekent een wit puntje tegen een zwarte achtergrond op de monitor die aan de drone is gekoppeld. ,,Heel vroeg in de ochtend is het contrast tussen nest en grond het grootst. Zeker vandaag na de nachtvorst. Ik denk dat het vlak boven de grond nog een beetje vriest'', zegt De Wit.
De eerste boeren gaan begin mei maaien, dus dan moeten ze wel weten waar de nesten zijn
Anton de Wit
De temperatuur op vlieghoogte, 35 meter, bedraagt volgens de thermometer aan boord -7 graden. ,,Zon is niet zo handig, die geeft reflectie, waardoor het weiland op de monitor steeds minder zwart wordt. Een bewolkte hemel is het beste.'' Na even warmdraaien begint de eerste vlucht. De software zorgt ervoor dat de drone tot binnen de ingevoerde gps-coördinaten zelf zijn route bepaalt; langs welke lijnen dus wordt gevlogen. Vrijwilliger Van der Werf draagt het besturingsconsole met de joysticks om zijn nek. ,,De drone graast een strook van 24 meter af, twaalf meter aan elke kant'', stelt De Wit. ,,De camera signaleert de nesten, de coördinaten ervan worden opgeslagen op een geheugenkaart. Alle gegevens komen uiteindelijk in een databank."
Aanval
Opeens klinken twee fel piepende scholeksters, die op de drone afvliegen. ,,Dat zijn schijnaanvallen. Scholeksters gaan er gelijk op af. Maar het is een paar keer kijken en dan gaan ze weer weg. En na een tijdje zijn ze zo aan de drone gewend, dan doen ze dit niet meer.''
Het is dit jaar voor het eerst dat De Wit werkt met de camera, die eigenlijk pas kort gebruiksklaar is. Op de monitor verschijnen de eerste witte puntjes. ,,De camera vindt 95 procent van de nesten. De software is zo gemaakt dat andere dieren, zoals ganzen of hazen, eruit worden gefilterd'', vertelt hij. ,,En de plaatsbepaling is tot op de centimeter nauwkeurig. Bij het proefdraaien zagen we een klein wit puntje. Een vrijwilliger ging kijken, maar kon niets vinden. We riepen: een stapje naar links, klein stapje naar voren. Maar hij zag niets. Toch moet er wat zitten! Uiteindelijk vond hij onder het gras een jong haasje van amper 6 centimeter.''
Met de gps-coördinaten op zijn mobiel kan de veehouder in het veld de nesten makkelijk vinden en er eventueel een merkteken bij zetten. ,,Er komen steeds meer tractoren met gps. Als de boer dan aan het maaien is, gaat de tractor vanzelf om het nest heen.'' De Wit doet niet alleen op zijn eigen bedrijf aan weidevogelbeheer, hij is ook gebiedscoördinator bij twee agrarische natuurverenigingen. Daarbij zijn boeren aangesloten die aan natuurbescherming doen. ,,Van eind maart tot eind juni ben ik 's ochtends vroeg bezig met de drone om het hele gebied in kaart te brengen. En elke week begin ik weer iets eerder. De eerste boeren gaan begin mei maaien, dus dan moeten ze wel weten waar de nesten zijn."
Nestbescherming
Twee dagen heeft hij een cursus gevolgd bij het bedrijf dat de drone en de software heeft ontwikkeld. ,,Sommige agrarische natuurverenigingen wachten tot alle kinderziektes achter de rug zijn. Ik schat dat er dit jaar zes vliegen. Ik vind techniek erg boeiend, vandaar dat ik niet wilde wachten."
Via gps-coördinaten op zijn mobiel kan de veehouder in het veld de nesten signaleren
Anton de Wit
Eigenlijk komt de weidevogeldrone precies op het juiste moment. ,,We merken dat het steeds moeilijker wordt vrijwilligers te vinden voor de nestbescherming. Een drone kan 30 tot 40 hectare in een uur afzoeken, daar is een vrijwilliger soms een hele dag mee bezig. Die staat aan de rand van het perceel te posten wat er aan vogels zit. Aan de hand van het gedrag kunnen ze zien waar een nest zit. De drone heeft een veel betere waarneming en je verstoort niets. Dat gebeurt wel als vrijwilligers te lang langs het veld staan. En als ze het veld in moeten om te kijken waar het nest zit, laten ze een spoor achter. Grondpredators zoals bunzing, hermelijn of vos hoeven hun neus maar te volgen voor een smakelijk hapje.''
Oorzaken
De Wit stelt dat de drone niet hét medicijn is. ,,De meeste boeren willen meedoen aan bescherming. Maar de achteruitgang van de weidevogels heeft veel meer oorzaken. De vos bijvoorbeeld, die hier vanuit het Linschoterbos komt. En zit die ergens, dan krijg je die niet meer weg. Dat geldt ook voor de polder Bodegraven-Noord, die vossen komen van rond de Nieuwkoopse Plassen.''
En dan zijn er kraaien, kauwen en eksters die wel een eitje of kuiken lusten. ,,De buizerd, om de honderd meter zie je er een zitten. Sommige roofvogels weten dat ze bij een stokje in het weiland een nest vinden. Verder pikken ook de blauwe reiger en de witte reiger geregeld een weidevogeljong mee. Kijk eens naar de eend, vroeger zag je ze met 10 of 12 kuikens, zie je er nu een met 5 dan is dat veel.''
De groeiende populatie ooievaars is een apart verhaal. ,,In een straal van vier kilometer om hun nest, halen ze alles aan weidevogels weg. Ze lopen door het land en luisteren of er al een kuiken in het ei zit. Zo niet, dan komen ze net zo vaak terug tot de kuikens zijn geboren. Ooievaars weten niet beter dan dat ze kuiken moeten eten omdat we ze dat zelf geleerd hebben. In de opkweekstations hebben we de ooievaars jaren en jaren eendagskuikens gevoerd. Hadden we ze maar kikkers gegeven.''
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.