Gerechtshof: onbegrijpelijk dat Zeeuwse rechtbank Oekraïense mensensmokkelaars liet gaan

Eind maart bepaalde de rechtbank in Middelburg dat de twee hun rechtszaak in vrijheid mogen afwachten. De mannen hebben onder anderen minderjarige kinderen in Oekraïne. Zij wilden hen in veiligheid brengen en meehelpen hun land te verdedigen. De rechtbank vond dat er sprake is van ‘bijzondere en zwaarwegende omstandigheden’.

Het Openbare Ministerie ging in hoger beroep en heeft daarin donderdag gelijk gekregen. Het gerechtshof wijst erop dat de mannen worden verdacht van ‘een zeer ernstige vorm van mensensmokkel'. Met een zeiljacht probeerden zij vorig jaar vanuit Breskens zestien Albanezen naar Groot-Brittannië te vervoeren.

Daarbij hebben zij het leven van de opvarenden in gevaar gebracht. Volgens een deskundige is het onwaarschijnlijk dat de overtocht goed zou zijn afgelopen. Het gerechtshof stelt dat de smokkelaars ‘weinig of geen respect voor andermans leven’ hebben en alleen uit waren op 'geldelijk gewin’

Als verdachten in zo'n ernstige zaak worden vrijgelaten, zou dat ‘door de samenleving niet begrepen worden, en het zou door die samenleving ook niet worden geaccepteerd’, oordeelt het gerechtshof. ‘Dat zou tot maatschappelijke onrust kunnen leiden.’

Bovendien wordt het heel lastig om de mannen te berechten, nu beide verdachten op vrije voeten zijn en naar Oekraïne hebben kunnen reizen. Volgens het gerechtshof is het onwaarschijnlijk dat zij voor hun rechtszaak en hun eventuele straf terugkomen.