In Terneuzen stegen de huizenprijzen vorig jaar het meest: met meer dan 20 procent

Kopers in de provincie moesten afgelopen jaar gemiddeld ruim 294.000 euro neertellen voor een woning. Dat is 35.000 euro meer dan in 2020, zo blijkt uit cijfers die het CBS en het Kadaster dinsdag publiceerden. In Terneuzen liepen de prijzen naar verhouding het hardst op: van bijna 208.000 euro naar ruim 252.000 euro. 

Puur in euro's gerekend kenden Schouwen-Duiveland en Middelburg de grootste stijging. Op Schouwen-Duiveland nam de gemiddelde verkoopprijs met ruim 55.000 euro toe, naar 371.000 euro. In Middelburg kwam er 50.000 euro bovenop (van 271.000 naar 321.000 euro).

Veere is, samen met Ameland, een van de twee gemeenten in het land waar de gemiddelde koopsom daalde (van 382.000 naar 373.000 euro). De afgelopen jaren stegen de prijzen in Veere juist sterker dan in de rest van Zeeland. Dat er nu sprake is van een daling, komt mogelijk doordat meer huizen in een wat minder duur segment zijn verkocht. Dat drukt de gemiddelde prijs.

Toch zijn de prijzen in Veere binnen de provincie nog altijd het hoogst. Schouwen-Duiveland doet er inmiddels nauwelijks voor onder. Kapelle volgt als nummer drie op ruime afstand, met een gemiddelde koopsom van 328.000 euro.

Vlissingen staat in de landelijke top-10 van goedkoopste gemeenten, met 248.000 euro. De duurste gemeenten van het land zijn Blaricum en Bloemendaal. Daar legden kopers vorig jaar gemiddeld ruim een miljoen op tafel voor een woning.