Geen straffen in geëscaleerde Zutphense burenruzie

Het ging al jaren niet goed in de straat in de wijk Waterkwartier. Buren klaagden over en weer bij de politie over geluidsoverlast. Ook op die warme zomerdag in 2016 kwam er een klacht binnen. H. zou op het verjaardagsfeestje van haar dochter de muziek veel te hard hebben staan. De directe buren schakelden de politie in.

Toen de agenten arriveerden, ging H. door het lint. Ze liet de rechtbank weten woest te zijn op haar buren vanwege de klacht. ,,Ik ben over de rooie gegaan omdat wij vier jaar zijn geterroriseerd door de buren. En als wij dan de politie belden, kwamen ze niet."

Toen de politie de Zutphense vertelde dat ze het zelf maar moest uitvechten, ging ze verhaal halen bij de buurvrouw. ,,Ik heb geroepen dat ik de romp van haar kop zou trekken", verklaarde ze in de rechtbank.

Een overbuurvrouw was getuige van het geschreeuw en vroeg H. haar taal aan te passen vanwege de kinderen die er bij stonden. Volgens de verklaring van de buurvrouw richtte H. haar woede vervolgens op haar. Ze zou het tuinhek om hebben getrapt en haar een klap hebben verkocht. Niks van waar, zegt de Zutphense op haar beurt. ,,Ik heb absoluut niet geslagen."

Ondertussen kwamen de partners van beide vrouwen af op de commotie. En ook zij raakten met elkaar in gevecht. De chaos was helemaal compleet toen ook andere aanwezigen zich met de ruzie gingen bemoeien.

Volgens H. zou het tuinhek kapot zijn gegaan in dat gevecht. En ze zou de buurvrouw op de borst hebben geduwd om haar tegen te houden. ,,Ik heb haar alleen geduwd omdat ze mijn vriend wilde aanvallen".

Twee jaar later zijn de strafzaken van de andere betrokkenen geseponeerd. De zaak van H. bleef staan, omdat de officier van mening is dat zij de ruzie begon. Maar ter zitting liet die weten te weinig bewijs te hebben.

,,Ik heb zoveel verschillende verklaringen, die niet allemaal even betrouwbaar zijn", hield ze de rechtbank voor. ,,Ik kan niet bewijzen dat H. de buurvrouw heeft mishandeld en ik kan ook niet bewijzen dat ze het tuinhek heeft vernield", ging de officier verder. Om die reden eiste ze vrijspraak.

Ze zou wel schuldig moeten worden verklaard voor de bedreiging, maar dan zonder oplegging van straf.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.